Foto: Turken houden van noten, maar ook van zonnebloempitten

Lokale straatverkopers bieden niet alleen verse groenten met een mix van smaken aan, maar soms verrassen ze je ook met vers geoogste zonnebloempitten, klaar om op de perfecte manier geroosterd te worden.

Dit is mijn favoriete periode om langs straatverkopers of naar een lokale bazaar te gaan. De verse producten die in augustus en begin september zoveel kleuren verschaffen, maken van elk geïmproviseerd tafeltje een kunstwerk  met rijke schakeringen.

Meestal smaken de producten even goed als ze eruit zien, soms zelfs beter, zeker in het geval van een sappige, maar gerimpelde tomaat, of een geurige maar bevlekte gele meloen. Elke trip is bovendien uniek door de seizoensaanbiedingen.

Doorheen de jaren heb ik al verschillende producten kunnen kopen, zoals verse oregano uit de bergen, lokaal geplukte paddenstoelen of zout smakende zeekraal. Ik was dan ook zeer verheugd toen ik een boerenmarkt bezocht in het stadje Taşköprü in de provincie Kastamonu.

Daar zag ik een schattig oud verkoopstertje met 5 zonnebloemen vol met zwart-witte pitten te midden van geroosterde aardappeltjes. Ik vroeg het dametje hoeveel dit lekkers kostte, maar ze hoorde niet goed. Daarom moest ik mijn vraag 2 keer herhalen.

Uiteindelijk wuifde ze verontschuldigend, trok haar hoofddoek recht en zei “oh, geef me maar 5 lira. De dag is bijna ten einde.” Natuurlijk kocht ik de lekkernij.

Foto: gedroogde zonnebloemen op een boerenmarkt in Taşköprü, Kastamonu, 7 augustus 2020.

Ik woon nu al jaren in Turkije. Ik heb hier een obsessie ontwikkeld voor zonnebloempitten, die de obsessie van de Turken kan evenaren. Deze pitten zijn de meest geconsumeerde gedroogde snack in het land.

Toch smaken de pitten die nog in de bloem zitten anders dan de gedroogde exemplaren. Hun omhulsel is nog zacht en hun kern heeft nog die aardachtige smaak die, hoewel niet onaangenaam, toch eigenlijk niet bevredigend is.

We besloten om onze nieuwe aankoop mee te nemen naar Istanboel. We legden het op een decoratieve schaal die we uitstalden op onze eettafel. Daar is het een maand blijven liggen. We konden het niet over ons hart krijgen om het weg te gooien, hoewel we toch geen fan zijn van de aardachtige versheid.

Toen onze zoon van 8 jaar zich op een dag verveelden, vroeg ik hem de pitten uit de bloemen te halen. Terwijl hij zich met dit ogenschijnlijk half destructieve vieze karwei bezig hield, googelde ik naar mogelijke bestemmingen voor zijn kleine oogst. Ik vond zowaar verschillende, verrassend eenvoudige recepten om zonnebloempitten thuis in de oven te roosteren. Foto: geroosterde zonnebloempitten met een glas thee om de zoute smaak weg te spoelen.

De komende weken kan je op lokale marktjes zonnebloemen tegenkomen die in het hele land geoogst worden. Voor de avonturiers volgt hier ons recept om de pitten op een perfecte manier te roosteren.

Voor ons recept baseren we ons op een bloem van gemiddelde grootte met ongeveer 4 kopjes pitten. Verwarm de oven voor op 200°C. Terwijl breng je 2,5 liter water aan de kook en voeg je daar 4 eetlepels zout aan toe. Laat de pitten 15 tot 20 minuten koken in dat water. Daarna zeef je de zaden en leg je ze op een niet ingevette bakplaat die je in de oven schuift. Afhankelijk van het type oven duurt het 10 tot 20 minuten voor de pitten perfect knapperig zijn.

Omdat wij onze 4 kopjes pitten niet in 1 laag op de plaat konden leggen, heb ik ze om de 5 minuten flink omgeroerd zodat ze allemaal gelijk geroosterd werden. Na 10 minuten proef je best een paar pitten. Vanaf dat moment is het ook raadzaam om ze in het oog te houden, de grens tussen perfect geroosterd en aangebrand is vrij dun. Als ze even knapperig zijn als de pitten in de winkel, en als de kernen die typische aangename geroosterde smaak hebben, zijn ze klaar. Als ze klaar zijn, laat je ze afkoelen en bewaar je ze in een luchtdichte pot.

Dit kan veel zout lijken, maar na het roosteren vonden wij ze nog niet zout genoeg. Ze waren ook niet flauw, maar de pitten uit de winkel waren toch nog zouter.

Om dit probleem op te lossen, kan je een extra eetlepel zout aan het water toevoegen, of wat zout over de pitten strooien voor je ze in de oven zet. Mocht je toch niet van zout houden, laat je dat gewoon weg of spoel je de pitten af. Als je meer dan 4 kopjes pitten hebt, bak je ze best in 2 keer. Anders wordt het moeilijk ze allemaal gelijk te roosteren.

K.L.

(Bron: Sabah)