Hoewel er onder studenten al langer onvrede leefde over de hoge koffieprijzen op campussen, kreeg het protest tegen koffieketen Espressolab pas echt nationale aandacht toen CHP-voorzitter Özgür Özel zich ermee bemoeide.

Özel benadrukte eind maart in Maltepe dat de boycot tegen Espressolab niet voortkomt uit politieke tegenstellingen, maar uit verzet van studenten tegen de hoge prijzen en de dominantie van de keten op universiteitscampussen.

Tijdens een protest op 24 maart in Saraçhane riep hij op tot een boycot van Espressolab: “Drink wat je wil, maar niet van Espressolab.”

In zijn toespraak suggereerde Özel ook dat de keten met hulp van privileges en connecties systematisch campussen overnam — een duidelijke sneer richting het regeringskamp.

De koffieketen reageerde verbaasd. Ze stelden dat ze sinds 2014 zonder politieke steun zijn gegroeid en inmiddels in 15 landen actief zijn.

“We maken koffie, geen politiek,” aldus het bedrijf. Kort daarna sloot Espressolab haar X-account, maar de commotie bleef toenemen.

Wat begon als een studentenactie, groeide intussen wél uit tot een symbolisch debat tussen twee kampen: aan de ene kant AKP-aanhangers en sympathisanten van president Erdoğan, die publiekelijk hun steun betuigden aan de keten — en aan de andere kant jongeren en İmamoğlu-sympathisanten, die de boycot aanzwengelden als vorm van sociaal en politiek verzet.

De boycot kreeg een politieke tegenreactie. Prominente AKP-leden bezochten bewust filialen van Espressolab. Onder hen ook oud-voetballer Mesut Özil, die op Instagram schreef: “10 numara kahve.”

Foto’s van minister Hakan Fidan bij de keten bleken later oud, maar hielpen het debat niet temperen.

De spanning bereikte een hoogtepunt op 28 maart, toen een woordenwisseling in een vestiging in Maltepe uitmondde in een vechtpartij. Vier mensen werden opgepakt. Daarnaast kwam AKP-parlementslid Mustafa Varank onder vuur te liggen wegens mogelijk “verborgen reclame”.

Ondertussen blijft Espressolab groeien. Opgericht door Esat Kocadağ, telt het merk vandaag meer dan 330 vestigingen. Toch blijft hun sterke aanwezigheid op campussen en vermeende politieke connecties voer voor discussie.

Bron: Teyit, Diken