De Brugse raadkamer heeft Fehriye Erdal (39), een voortvluchtige terrorist, naar de correctionele rechtbank verwezen voor haar betrokkenheid bij een drievoudige moord in Turkije in 1996. De verdediging wilde een verwijzing naar het hof van assisen en kan nog in beroep gaan.
In januari 1996 werden in Istanboel zakenman Ozdemir Sabançi, zijn secretaresse en Haluk Gorgün, directeur-generaal van Toyota Turkije, om het leven gebracht. Op dat moment werkte Fehriye Erdal als koffiedame in het bedrijf van Gorgün. De militante van de extreemlinkse beweging DHKP-C en haar medeplichtigen kregen op die manier toegang tot het bedrijf. Erdal was het brein achter de drievoudige moord.
Vlucht naar België
Na haar vlucht naar België werd Erdal in 1999 in Duinbergen opgepakt voor onder andere bendevorming en verboden wapenbezit. Ondanks toezicht van de Staatsveiligheid wist de verdachte die toen huisarrest had, in 2006 te ontkomen. Uiteindelijk kreeg Erdal twee jaar met uitstel voor inbreuken op de wapenwet. Turkije eiste de uitlevering van de extreem-linkse terrorist en volgens het federaal parket moest het proces ook in Turkije gevoerd worden. Het Hof van Cassatie oordeelde echter dat België wel degelijk bevoegd is in deze zaak..
De verdediging vroeg de verwijzing naar het Hof van assisen omdat het volgens meester Paul Bekaert om een politiek misdrijf gaat. De raadkamer volgt echter het standpunt van het federaal parket. De verdediging kan nog beroep aantekenen bij de Gentse Kamer van Inbeschuldigingstelling.
Begin april is in Istanboel het proces gestart tegen een andere verdachte in hetzelfde dossier. Ismail Akkol was na de feiten 20 jaar op de vlucht. Een derde verdachte, Mustafa Duyar, werd kort na de feiten vermoord in een Turkse gevangenis. Het proces tegen Akkol wordt op 22 juni voortgezet.
België weigerde om Erdal uit te leveren aan Turkije. De beslissing van het Hof kwam kort nadat Turkije België bekritiseerde van het toelaten van een tent in Brussel waarop propaganda van de terreurgroep PKK te zien was.
Nieuwsblad, AA