De Amerikaanse Staatssecretaris Rex Tillerson zei dat de VS “nooit zware wapens heeft gegeven” aan de Volksbeschermingseenheden (YPG), de Syrische gewapende vleugel van de PKK. Daarom zou er ook “niets om terug te nemen zijn”, waarmee Tillerson de eerdere verklaringen van het Pentagon tegenspreekt over het bestaan van zwaar wapentuig in YPG-handen, gegeven door de VS.
Amerikaanse contradicties
“We hebben nooit zware wapens gegeven aan de YPG dus is er ook niets om terug te nemen,” zei Tillerson als antwoord op een vraag tijdens een persconferentie in de Libanese hoofdstad Beirut, voor hij naar Ankara ging.
In november zei de woordvoerder van het Pentagon, kolonel Robert Manning: “Het is onze bedoeling om de grote voertuigen en zware wapens terug te krijgen vanaf specifieke bedreigingen geëlimineerd zijn.”
In een andere verklaring van het Pentagon in december, zeiden ze dat de zware wapens die men gegeven had aan de YPG, teruggenomen zouden worden vanaf de strijd met Daesh op zijn einde loopt. Volgens een budgetrapport van het Pentagon van juni, geeft het Amerikaanse leger wapens aan de YPG.
Hiertoe behoren 12,000 Kalasjnikovs, 6,000 machinegeweren, 3,500 zware machinegeweren, 3,000 Amerikaanse RPG-7s en 1,000 Amerikaanse AT-4s of Russische SPG-9 anti-tank munitie.
Turkije uit felle kritiek
Sindsdien heeft de VS continu wapens geleverd aan de YPG, wat hard bekritiseerd werd door Turkije. Dit gebeurde ondanks de belofte van President Donald Trump dat zijn land geen wapens meer zou leveren aan de YPG tijdens een telefoongesprek met President Erdoğan op 24 november.
De Amerikaanse samenwerking met de YPG is al langer een heikel punt voor Turkije. Ankara heeft herhaaldelijk gewaarschuwd dat er gevolgen aan verbonden zijn om een terreurgroep te gebruiken om een andere te verslaan. De VS heeft op zijn beurt dan weer de “effectieve resultaten” van de samenwerking met de YPG benadrukt in de strijd tegen Daesh.