De Verenigde Staten zijn verplicht Fethullah Gülen aan Turkije uit te leveren, in overeenstemming met een akkoord uit 1979 tussen Washington en Ankara. Dat zei de minister van Justitie, Abdulhamit Gül, enkele dagen geleden.

Gül zei tegen het persbureau Anadolu dat volgens het verdrag ‘een waarschijnlijke oorzaak’ voldoende reden is om een ​​verdachte uit te leveren.

Ankara probeert de in Pennsylvania gevestigde ‘islamitische’ predikant Gülen al uit te laten leveren sinds de couppoging van juli 2016, hij wordt ervan beschuldigd die opgezet te hebben. Hij is in verschillende zaken aangeklaagd die betrekking hebben tot de staatsgreep, waarbij 250 mensen de dood vonden.

De VS hebben tot nu toe geweigerd om Gülen uit te leveren, met de uitleg dat Turkije niet voldoende bewijsmateriaal heeft aangevoerd.

100 mappen met bewijzen

“Er zijn vijf afzonderlijke vorderingen van de rechtbank geweest en we hebben bijna 100 mappen met bewijzen, getuigschriften en bekentenissen naar de VS gestuurd”, zei minister Gül.

Het uitleveringsverdrag, dat in 1979 ondertekend is en twee jaar later in werking trad, heeft betrekking op misdrijven in beide landen waarop een straf staat van meer dan een jaar in de gevangenis. Dit omvat ook ‘overtredingen die gepleegd of gepoogd zijn tegen staats- of regeringshoofd.’

Het verdrag voegt eraan toe dat de landen ‘zich ertoe verplichten elkaar over te dragen … alle personen die op het grondgebied van de verzochte partij zijn en die vervolgd of aangeklaagd worden.’

Hurriyet