In het district Reyhanlı, in de Zuid-Turkse provincie Hatay, is een autobom ontploft met drie dodelijke slachtoffers. Zondag heeft de politie 16 verdachten gearresteerd.
Zowel in het stadscentrum als in de districten Reyhanlı en Iskenderun heeft de politie zoekacties gehouden. Dat vertellen ons bronnen bij het provinciebestuur, die trouwens maar in beperkte mate mogen communiceren met de media.
De verdachten werden door de politie meegenomen voor verhoor.
Vrijdag ontplofte een bomauto in het centrum van Reyhanlı, aan de grens met Syrië. Daarbij kwamen drie Syriërs om het leven.
In de auto kwamen twee Syriërs om bij de explosie en de brand die daarop ontstond. Daarnaast overleed een derde persoon aan zijn verwondingen in het brandwondencentrum van Iskenderun, zegt Rahmi Doğan, gouverneur van Hatay.
Het incident gebeurde in het stadscentrum, op zo’n 750 meter van het gebouw van het provinciebestuur. Eerst werd gezegd dat de auto, geregistreerd in Syrië met een tijdelijke Turkse nummerplaat, geparkeerd stond toen hij werd opgeblazen, maar later bleek dat hij aan het rijden was.
Er wordt beweerd dat de auto het gemunt had op de mensen die de Fatih Sultan Mehmet-moskee verlieten, na het vrijdaggebed. De moskee ligt op 50 meter van de plaats waar de auto ontplofte.
één van de drukste grensovergangen tussen Turkije en Syrië
Reyhanlı ligt vlak aan de Syrische grens. De grensovergang van Cilvegözü, één van de drukste grensovergangen tussen Turkije en Syrië, ligt amper vijf kilometer verderop. Sinds de burgeroorlog in Syrië uitbarstte, wonen er veel vluchtelingen in het district.
Op 11 mei 2013 ontplofte al eens een bomauto in het centrum van Reyhanlı, met veel slachtoffers en schade tot gevolg. Vijf minuten later ontplofte een andere auto, toen tientallen mensen, zowel politie, ambulancepersoneel als gewone burgers, de gewonden te hulp waren gesneld.
Bij die aanslag vielen toen 53 doden en tientallen gewonden. Bovendien was de schade enorm: 912 huizen, 891 winkels en 148 auto’s liepen schade op. Het was de dodelijkste aanslag tot dan toe in Turkije.
Experts beweerden dat het regime van Assad de oppositie heeft willen treffen op het grondgebied van hun belangrijkste bondgenoot, Turkije. Reyhanlı, als één van de belangrijkste centra van waaruit de oppositiegroepen opereren, werd uitgekozen voor de aanslag. Ook werden vooral de soennitische Turkmenen en de Arabische wijk van Reyhanlı geviseerd. Men gaat ervan uit dat het regime daarmee de etnische spanningen heeft willen opdrijven in Turkije, en dan vooral in Hatay, waar een aanzienlijk deel van de bevolking alevitisch is.
Drie maanden daarvoor, op 11 februari 2013, ontplofte een andere bomauto in het niemandsland tussen de grensovergangen van Cilvegözü (Turkije) en Bab al-Hawa (Syrië). Daarbij kwamen 18 mensen om en 24 anderen raakten gewond.
Eind 2017 en begin 2018 had de stad te lijden onder mortier- en raketaanvallen van de Eenheden ter Bescherming van het Volk (YPG), de Syrische tak van de PKK. Die namen de stad onder vuur vanaf stellingen in het district Afrin, in het noordwesten van Syrië. Daarbij kwam één persoon om het leven en verschillende anderen raakten gewond. Ook Kilis en Gaziantep, andere grensprovincies, kregen met dergelijke aanvallen af te rekenen. Kort daarna lanceerde Turkije operatie-Olijftak, die de regio moest zuiveren van PKK- en YPG-militanten.