Het Turkse ministerie van Cultuur en Toerisme probeert enkele ontbrekende stukken uit de schat van Sion terug te krijgen.
Die waardevolle schat werd zo’n 53 jaar geleden gestolen. Eerder slaagde het ministerie er na 23 jaar in om een 1800-jaar oude stele uit een Lydische tempel terug te krijgen.
De schat van Sion werd in 1963 ontdekt in het district Kumluca in Antalya. Dat gebeurde per toeval, door een vrouw die haar geit liet grazen en daarbij haar voet verstuikte.
De schat zou in de 6de eeuw in Constantinopel (nu Istanboel) vervaardigd zijn ten tijde van Justinianus I. Bisschop Eutykhianos zou de schat geschonken hebben aan het klooster van Sion. Ze zou in de vroege 7de eeuw in een kerk begraven zijn, toen eerst Sassaniden, en later Arabische moslims, het gebied binnendrongen.
De kerk is nu een ruïne, en veel artefacten werden na de opgraving naar het buitenland gesmokkeld. De gendarmerie kon maar een klein deel van de voorwerpen overbrengen naar het archeologisch museum in Antalya.
Van de gestolen voorwerpen kwamen er 18 terecht bij Robert Woods Bliss, een voormalig diplomaat die ze in 1967 schonk aan het Dumbarson Oaks-museum in Harvard, dat hij zelf oprichtte.
Hij kocht de stukken voor 1 miljoen dollar bij smokkelaar Yorgo Zakos. Dat zelfde jaar probeerde de overheid de stukken al terug te krijgen, maar het museum claimde dat het de voorwerpen uit goede wil had aangekocht.
Als tegenvoorstel bood het museum in 1973 aan om de werken uit Antalya in Boston te restaureren en daar voor 100 jaar tentoon te stellen, wat de Turkse overheid niet zag zitten.
