CHP wil geëxecuteerde studentenleiders in ere stellen

Tekin Bingöl, afgevaardigde van de grootste oppositiepartij CHP, heeft een wetsvoorstel ingediend om de status van drie geëxecuteerde revolutionaire studentenleiders, Deniz Gezmis, Yusuf Aslan en Hüseyin Inan, in ere te herstellen.

Het parlementslid vermeldt hierbij dat “deze drie jongeren, die voor democratie, vrijheid en onafhankelijkheid vochten, ter dood veroordeeld werden ondanks hun rechtschapen eisen, zoals rechtvaardigheid, broederschap en een einde aan armoede.”

Bingöl diende het voorstel in een dag voor de 48ste verjaardag van de feiten. Hij pleit dat alleen een erkenning ervoor kan zorgen dat de psychologische wonden, veroorzaakt door deze executies, kunnen helen.

Deniz Gezmis

De drie studentenleiders werden indertijd veroordeeld onder Artikel 146 van het Turkse Strafwetboek: “de poging om de grondwet van de Turkse republiek of een onderdeel hiervan aan te tasten.” Ze werden vervolgens geëxecuteerd op 6 mei 1972 in Ankara, kort na de militaire coup die in dat jaar plaatsvond.

Het Parlementslid vertelt dat deze drie jongeren een onvergetelijke strijd voerden voor een volledig onafhankelijk Turkije, waardoor hun jeugdige en strijdlustige geest zal voortleven.

Hij sloot zijn betoog af met de volgende woorden: “ja, ze waren schuldig. Ze maakten zich schuldig aan liefde voor hun land, aan het verdedigen van het broederschap van de mensen, aan het behartigen van de belangen van de mensen. Ze waren schuldig omdat ze niet wilden dat de imperialisten deze grond vuil zouden maken. Ze waren alle drie zeer moedig.”

Yusuf Aslan

Duvar

O.A.