In de ochtend van 17 juni ging de nieuwste Turkse anti-terreuroperatie van start. In een verklaring liet het ministerie van Defensie weten dat bij deze operatie, Tijgerklauw, Turkse commando’s gestationeerd worden in de regio Haftanin in Noord-Irak.
De troepen krijgen de steun van de luchtmacht. Die bombardeert stellingen van de PKK en van andere terroristische groeperingen die een bedreiging vormen voor de Turkse staat.
Er worden ATAK-helikopters, onbemande verkenningstoestellen en bewapende drones ingezet. De operatie wordt uitgevoerd in overeenstemming met het internationale recht, tegen internationaal erkende terroristische groeperingen.
Het ministerie van Defensie zegt dat operatie Tijgerklauw een reactie is op het toenemend aantal geslaagde en mislukte aanslagen van deze terroristische elementen. “Steeds vaker worden Turkse politiekantoren en militaire bases het doelwit van deze aanslagen.
Operatie ‘Tijgerklauw’ (Pençe-Kaplan) is de opvolger van operatie ‘Adelaarsklauw’ (Pençe-Kartal) die op 15 juni van start ging.
Bij Operatie Adelaarsklauw zijn al 81 PKK-schuilplaatsen en bevoorradingslijnen onder vuur genomen. Er zijn F-16-gevechtsvliegtuigen ingezet, met ondersteuning van onbemande gevechtstoestellen en tankvliegtuigen. Dat zegt minister van Defensie Hulusi Akar.
De PKK is in Turkije, de Europese Unie en de Verenigde Staten erkend als terroristische organisatie. Ze voert al meer dan 30 jaar een terreurcampagne in Turkije. Daarbij lieten al minstens 40.000 mannen, vrouwen, kinderen en baby’s het leven.