Een Turkse advocaat diende een klacht in tegen drie seniormilitairen die beschuldigd worden van het voeren van terreurpropaganda inzake de mislukte coup. Er werd ook beweerd dat sommige bommen die gebruikt werden tijdens de couppoging niet van het Turks leger waren.
Advocaat Mert Eryilmaz diende een klacht in tegen Amerikaanse topmilitairen generaal Joseph Dunford, directeur van de nationale inlichtingen James Clapper en commandant Joseph Votel in Istanbul voor het steunen van de couppoging op 15 juli.
Eryilmaz verklaarde in zijn klacht dat de coup georganiseerd werd vanuit het Incirlik luchtmachtbasis in de zuidelijke provincie Adana en dat Gulenistische militairen samenwerkten met Amerikaanse militairen in de basis. Hij zei dat er bommen werden gevonden die niet tot het Turks leger behoorden in 8 vrachtvliegtuigen die vanuit de basis in Incirlik opstegen en in Malatya landden in de nacht van de couppoging.
De comandant van de basis, brigadier Bekir Ercan Van, vroeg asiel aan de V.S. toen de coup mislukte maar de V.S. weigerden. De advocaat zei ook dat sergeant Muhammed Emrah Kuzu in zijn getuigenis zei dat hij op bevel van brigadier van een gebouw van Amerikaanse militairen binnenging en daar ongeveer 20 minuten verbleef.
John Campbell
Na de couppoging beweerde de krant Yeni Safak in een berichtgeving dat de gepensioenieerde generaal John Campbell de mislukte coup had gepland. Er stond in dat Campbell voor een grote cashflow zorgde van de UBA Bank in Nigeria via de CIA om de staatsgreep te steunen.
Pentagon: Votel ‘verkeerd begrepen’
President Recep Tayyip Erdogan haalde ook uit naar Votel voor het schijnbaar bekritiseren van het arresteren van sommige militaire putschisten waarmee de V.S. nauwe banden hadden. Votel zei dat het de banden tussen de twee legers zou kunnen beschadigen. Het Pentagon zei later dat de generaal verkeerd begrepen was en dat hij putschisten niet steunde.
Hurriyet
