De resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen van 31 maart in Turkije zullen nog lang worden besproken. De belangrijkste discussiepunten zullen de voorkeur van de kiezers zijn, of het onlangs ingevoerde presidentiële systeem werkt en hoe sterk het vertrouwen van het publiek in het kabinet van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan is. Dit vertrouwen heeft niet alleen betrekking op de binnenlandse politiek, maar ook op het buitenlands beleid.
Uit de resultaten van de verkiezing blijkt dat de regerende Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AKP) aanzienlijke verliezen heeft geleden, met ongeveer 2 miljoen stemmen minder dan bij de verkiezingen van juni 2018. De meeste verliezen doen zich voor in de grootstedelijke gebieden met Ankara en Istanbul aan kop.
Een ander opvallend resultaat was een grote verschuiving van de steun van de AKP-basis naar de ultranationalistische basis en hoe Erdogans gebruik van “nationale overlevingsretoriek” meer ten goede kwam aan de Nationalistische Bewegingspartij (MHP). Hoe meer Erdogan probeerde zijn machtsbasis te mobiliseren met zijn slogan dat de verkiezingen een “kwestie van nationaal overleven” waren, hoe meer stemmen de MHP kreeg. In een notendop tonen de resultaten aan hoe de steun voor de Volksalliantie geleid door de AKP afnam terwijl de kleinere partner in de alliantie, de MHP, groter werd.
Ook van belang was hoe de staatsorganen die door de Hoge Verkiezingsraad (YSK) worden geleid zich tegen de eisen en de prioriteiten van de AKP verzetten. Dat was duidelijk zichtbaar in de strijd voor Istanbul.
De S-400 vs. F-35 problematiek
Veiligheidsgerelateerde crisissen in het kader van het buitenlandse beleid, zoals de S-400 vs. F-35 problematiek en de ontwikkelingen in Noord-Syrië, worden steeds urgenter wanneer ze gepaard gaan met de huidige economische crisis, die rechtstreeks van invloed is op het leven van de kiezers. Zoals uit de verkiezing is gebleken, kan Turkije zijn compromisloze houding in het interne en externe beleid niet handhaven en tegelijkertijd miljarden dollars aan financiering uit buitenlandse economische bronnen zoeken. De kwetsbare economie van Turkije verhindert de AKP om absolute controle over de staatsorganen te verkrijgen.
In het tijdperk na 31 maart zal Erdogan de controle over zijn partij moeten herstellen, de onvermijdelijke kabinetsherziening voor eind mei moeten afronden, de economie op orde moeten brengen en – het allerbelangrijkste – kwesties op het gebied van veiligheid en buitenlands beleid moeten herzien. Hier is het makkelijk denkbaar dat de MHP meer te zeggen zal hebben in het nieuwe kabinet, waardoor het kabinet nog agressiever zal worden.
Turkije wordt geconfronteerd met een complex pakket van problemen met overlappende actoren en kwesties. Terwijl de binnenlandse politieke verhoudingen en de druk van de MHP Erdogan bijvoorbeeld hebben gedwongen om de strijd tegen de PKK te escaleren door een agressievere beleidslijn in het noordoosten van Syrië, moet hij de gevolgen van deze strijd in gedachten houden, zowel voor de binnenlandse economie als voor de betrekkingen met de Verenigde Staten.
Samenwerking met Rusland
Om tegemoet te komen aan de dringende behoefte van Turkije aan lucht- en ballistische veiligheidsmiddelen heeft Erdogan gestreefd naar een samenwerking met Rusland, wat de betrekkingen met de Verenigde Staten, de NAVO en het westerse veiligheidsblok bemoeilijkt.
Erdogan heeft vaak gesproken over de noodzaak van militair ingrijpen in het noordoosten van Syrië en Manbij, waardoor de verwachtingen van de Turkse bevolking zijn gewekt. Een meer uitgesproken rol van MHP in het kabinet zal die verwachtingen omzetten in regelrechte druk.
Washington slaagde erin om de kwestie van Manbij en een safe zone tot na de verkiezingen van 31 maart te blokkeren door middel van diplomatieke manoeuvres. De Verenigde Staten, die discussieerden over hoe ze hun soldaten uit Syrië konden halen, breidden ook hun lokale gevechtscapaciteit uit. De verboden PKK, op aandringen van de Verenigde Staten, versnelde haar diplomatieke activiteiten en propaganda om invloed uit te oefenen op de westerse landen. De druk op het kabinet van Erdogan om de strijd tegen de PKK in Turkije, Irak en Syrië op te voeren, zal leiden tot meer spanningen met de Verenigde Staten en het westerse veiligheidsblok.
De belangrijkste uitkomst van de verkiezingen is hoe MHP-leider Devlet Bahceli enorme macht en invloed heeft gekregen binnen de Volksalliantie. In Turkije staat Bahceli bij velen bekend als de vertegenwoordiger van de staatsmentaliteit. Er zal in de komende weken zeker een kabinetswijziging plaatsvinden en de invloed van Bahceli zal toenemen. Toch zullen er de komende weken ongetwijfeld enkele scheuren ontstaan in de Volksalliantie omdat Bahceli om meer zal vragen dan Erdogan kan leveren. De capaciteit van Erdogan om tegemoet te komen aan de eisen van Bahceli zal de toekomst van de alliantie bepalen. Dan zullen er vragen rijzen: wordt Erdogan de gijzelaar van Bahceli? Zal hij in staat zijn om tegemoet te komen aan de eisen van Bahceli in het licht van de grimmige economie en de realiteit van het buitenlands beleid?
Door de toegenomen invloed van de MHP op het kabinet van Erdogan zullen degenen die verwachten dat Erdogan zachter wordt, voor een teleurstelling komen te staan. In plaats daarvan mogen we van hem verwachten dat hij strengere standpunten inneemt op het gebied van het buitenlands beleid, met name met betrekking tot de PKK.
De tijd zal uitwijzen of Erdogan meer zal luisteren naar Bahceli’s gefluister of naar de buitenlandse investeerders die Turkije met al hun geld zullen verlaten.