Rechts: Turks president Erdoğan
Links: Meral Akşener (IYI)
Turks president Recep Tayyip Erdoğan beschuldigt Meral Akşener, de topvrouw van oppositiepartij İYİ (Goed), ervan dat ze zijn uitspraken over de Koerdische kwestie “verdraaid” heeft.
“Ze zoeken hun toevlucht tot leugens. Ik zou gezegd hebben dat de Koerden die op de HDP stemmen terroristen zijn. Ze hebben gemerkt dat hun argumenten niet overtuigend zijn, dus zoeken ze hun toevlucht tot leugens. Mevrouw Akşener zit hierachter.” Dat zei Erdoğan tijdens een campagnerally op 7 maart.
“Zonder schroom suggereert zij dat ik mijn broeders in Denizli terroristen heb genoemd,” aldus Erdoğan, die eraan toevoegt dat zijn advocaten een rechtszaak hebben aangespannen tegen haar. “Hopelijk zal dit stoppen met de lokale verkiezingen van 31 maart.”
Op een bijeenkomst op 6 maart in Denizli begroette Akşener het volk met de woorden: “Hoe gaat het met jullie, mensen van Denizli, die door de president terroristen genoemd worden?”
“Terwijl wij de broederschap in ons land proberen aan te wakkeren, willen anderen verdeeldheid zaaien,” aldus Erdoğan.
De PKK probeert Turkije al sinds 1984 op de knieën te krijgen. Ze brengt schade toe aan de politie, de wijkagenten, het land, maar vooral aan “onze Koerdische broeders,” zo zei hij.
De voorbije 17 jaren heeft de regering maar liefst biljarden lira’s geïnvesteerd in de zuidoostelijke provincie Mardin, zei hij. Dat is de periode dat de AKP aan de macht is in Turkije.
Volgens Erdoğan heeft de HDP gefaald in het lokale bestuur van Mardin. De regering heeft zelfs vertrouwenspersonen aangesteld ter vervanging van een aantal HDP-burgemeesters.
“De HDP heeft het leven moeilijker gemaakt voor de lokale bevolking. Ze wordt gesteund door de PKK, en die begon een ware loopgravenoorlog tegen het Turkse leger.”
“We hebben in totaal 240 kilometer aan beschadigde wegen hersteld waar ze zich ingegraven hadden. We hebben die geruïneerde gebieden heropgebouwd,” zei hij.
Erdoğan verwees hiermee naar de zware gevechten in de zuidoostelijke provincies in 2015. Ankara beschuldigde de PKK er toen van dat ze loopgraven groef om zich te verdedigen tegen het Turkse leger. In verschillende districten in het zuidoosten van het land werd de avondklok ingesteld.
