Turks auteur en Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk heeft gezegd dat “dat hij gezien het huidige politieke klimaat niet meer in Istanbul kan leven” en uitte zijn frustratie over de veranderingen van de afgelopen 15 jaren in de stad. Dat zei hij in een interview met de Italiaanse krant La Stampa.
“Vandaag is het een rijkere maar minder vrije stad. De architectuur en de economie zijn veranderd. De oude huizen die ik bewonderde, zijn vernietigd,” zei hij in het artikel getiteld ‘Ze hebben het Istanbul waarvan ik hou, vermoord.’
“Ik verzamel al jaren oude foto’s van Istanbul. Ik weet niet waarom ik dit doe. Misschien komt het omdat die foto’s de enige overblijfsels zijn van die tijden. Dat is wat het is om mens te zijn: alles vernietigen en dan nostalgisch zijn. Maar nu is nostalgie ook verkeerd geworden in politieke termen,” zei Pamuk.
Istanbul is mijn thuis
Pamuk besteedt veel van zijn tijd in New York en geeft les op de University of Colombia, en hij zei dat het Westen “niet meer een mysterie is voor hem”.
“Ik leef vaak in het Westen maar Istanbul is altijd mijn thuis. Je huis kan een renovatie ondergaan, maar het is nog steeds je huis en het verandert niet. Maar ik kan daar gezien het huidige politieke klimaat niet leven. Laat ons ook herinneren dat 50 procent van Istanbul tegen president Recep Tayyip Erdoğan stemde in de laatste verkiezingen. Ik ben niet de enige die zo denkt,” zei hij.
Jaloers
Pamuk zei ook dat hij “jaloers is op westerse schrijvers” omdat zij niet constant worden geïnterviewd over politiek.
“Wanneer zij worden geïnterviewd is de eerste vraag zelden eentje over de politieke situatie in hun land. Ze worden gewoonlijk geïnterviewd over de inhoud van hun boeken,” zei hij, eraan toevoegend dat hij “dergelijke vragen beantwoordt omdat hij verantwoordelijkheid voelt”.