Het Turkse leger opende op 13 januari artillerieschoten op doelwitten van de Democratische Uniepartij (PYD) en de vogelvrije terroristische PKK in het Noord-Syrische Afrin.

Artilleriegeschut op de PYD

Volgens informatie van Anadolu vanuit Idlib, hebben Turkse artillerie-eenheden de PKK/PYD-troepen geraakt. De artillerie werd ´s middags afgeschoten vanuit de districten Reyhanlı en Kırıkhan in de Zuid-Turkse provincie Hatay en vanuit het observatiecentrum van de Turkse strijdkrachten in Idlib.

Idlib is een van de vier de-escalatiezones in Syrië. Dit werd door een deal bepaald tussen Turkije, Rusland en Iran om het geweld te verminderen in de regio.

De Turkse strijdkrachten vuurden zeker 36 keer tijdens de bombardementen op de doelwitten in de districten Bosoufane, Cindirese, Deir Bellout en Rajo in de provincie Afrin.

Turkije grijpt in als terroristen zich niet overgeven

President Recep Tayyip Erdoğan sprak over de operatie in Afrin op een provinciale congresvergadering van zijn regeringspartij AKP (Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling) in de oostelijke provincie Elazığ.

“We vernietigen de westelijke vleugel van deze terroristen met de operatie Idlib,” aldus Erdoğan.

Hij voegde hieraan toe dat Turkije zal ingrijpen als de terroristen in Afrin zich niet overgeven.

Hurriyet