Aankomend president Donald Trump heeft aangekondigd dat de Verenigde Staten zich zullen terugtrekken uit de Syrische burgeroorlog en mogelijk hun steun aan de YPG/PKK-troepen zullen stopzetten.

Volgens Trump is Syrië “niet onze strijd”, wat aansluit bij zijn “America First”-beleid dat internationale allianties op de proef stelt.

Ondertussen steunt de Turkse president Recep Tayyip Erdoğan de opmars van anti-regimekrachten, die belangrijke steden zoals Aleppo, Hama en bijna Homs hebben ingenomen.

Hij hoopt op een incidentvrije opmars richting Damascus en roept op tot een VN-geleide politieke oplossing.

Erdoğan uitte ook frustratie over Assad’s weigering om samen te werken aan de toekomst van Syrië.

De Syrische burgeroorlog heeft een nieuwe wending genomen door het offensief van oppositiegroepen onder leiding van Hayat Tahrir al-Sham (HTS).

Sinds eind november hebben deze groepen het regime grote verliezen toegebracht, waaronder de controle over Daraa, de stad waar in 2011 het verzet tegen Assad begon.

Regeringstroepen trekken zich terug uit strategische gebieden terwijl de oppositie Damascus nadert.

Ondanks intensieve diplomatieke gesprekken tussen Iran, Turkije en Rusland over een politieke oplossing, waarschuwde Iran dat de ontwikkelingen in Syrië een regionale bedreiging vormen.

Turkije benadrukte het belang van humanitaire hulp en maatregelen tegen terrorisme, terwijl Rusland en Iran aandringen op steun voor het Assad-regime.

De recente escalatie heeft een zware tol geëist, met meer dan 826 doden en 280.000 ontheemden.

Syrische en Russische bombardementen hebben veel burgerslachtoffers gemaakt, terwijl in veroverde steden zoals Hama inwoners symbolen van het Assad-regime vernietigen.

Ondanks diplomatieke inspanningen blijven de humanitaire crisis en politieke onzekerheden groeien.

Bron: Hürriyet