Samenvatting: Een wetsvoorstel om de militaire dienstplicht te herzien lokte felle reacties uit bij militaire experten. Er komen veranderingen bij het Turkse leger, maar niet noodzakelijk ten goede.

De regering is de structuur van het Turkse leger (TSK) aan het herbekijken, in de nasleep van de mislukte staatsgreep van 2016. De regerende Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AKP) wil ingrijpende veranderingen doorvoeren in de wet die de verplichte militaire dienst regelt.

De huidige wet is al van kracht sinds 1927. Sindsdien heeft ze enkel kleine, cosmetische veranderingen ondergaan, bijvoorbeeld wat betreft de duurtijd en vergoeding. Dat waren noodzakelijke aanpassingen aan de veranderende omstandigheden. In Turkije wordt de dienstplicht ernstig genomen door de staat en het volk. De militaire wet wordt beschouwd als één van de fundamentele, onveranderlijke wetten van het land.

Normaal moest de wet al ingrijpend veranderd worden voor de lokale verkiezingen van 31 maart, maar de uitvoering daarvan werd om onduidelijke redenen uitgesteld. Alle ogen zijn gericht op de zaak, omdat ze miljoenen mensen aanbelangt.

Nu de verkiezingen voorbij zijn, oefenen de voorstanders van het wetsvoorstel druk uit op het parlement om de wet nog snel goed te keuren, voor de herhaling van de lokale verkiezingen in Istanbul op 23 juni. Deze haast doet bij sommige waarnemers het vermoeden rijzen dat de AKP-regering de wet ziet als een manier om stemmen te winnen bij jonge, mannelijke kiezers.

Tegen betaling

Het wetsvoorstel werd al goedgekeurd door een aantal parlementaire commissies. Vanaf nu zal je tegen betaling vrijstelling van dienstplicht kunnen krijgen. Vroeger werd dat ook al in uitzonderlijke gevallen toegestaan, maar nu wordt het eerder de regel. En, niet verrassend: de macht van de president wordt ook uitgebreid. Er komt een klasse van reserveofficieren van lagere rang die voorziet in vrijstellingen voor dokters, leerkrachten en politieagenten in bepaalde uithoeken van het land.

Zes maanden

De dienstplicht wordt teruggebracht tot zes maanden, in plaats van de huidige 12. Soldaten die de verplichte zes maanden achter de rug hebben, kunnen zelf om een verlenging van nog eens zes maanden vragen. Voor de eerste zes maanden krijgen de soldaten enkel een onkostenvergoeding; voor de volgende zes maanden krijgen ze $320 per maand.

Volgens minister van Defensie Hulusi Akar is de wet enkel bedoeld om het militaire systeem te vereenvoudigen en aldus het nationaal belang te dienen. Maar in werkelijkheid worden de zaken er een heel stuk moeilijker op.

De nieuwe wet zal het aantal soldaten in het Turkse leger, momenteel zo’n 470.000, drastisch naar beneden halen. Als het parlement de wet goedkeurt, zullen er de komende drie maanden 140.000 soldaten van hun dienstplicht worden ontslaan.

Het leger zal dan proberen de vrijgekomen plaatsen in te vullen door mensen contractueel aan te werven. Maar hoogstwaarschijnlijk zal de interesse voor dat soort jobs bij jonge mannen lager liggen dan wat de parlementsleden verwachten. Het leger heeft nu al problemen om aan voldoende manschappen te geraken, vooral bij de commandobrigades voor terrorismebestrijding en operaties in de buurlanden.

Scherpe kritiek

Het wetsvoorstel stuit op scherpe kritiek uit verschillende hoeken, vooral van gepensioneerde officieren, om uiteenlopende redenen.

Enerzijds zal de wet ongetwijfeld het systeem van dienstplicht complexer maken en moeilijk uitvoerbaar zijn. Anderzijds wordt de dienstplicht in de Turkse grondwet gedefinieerd als “het recht en de plicht van alle Turken”. Critici zeggen dat de nieuwe wet hieraan onrecht doet, en de dienstplicht maakt tot een opgave, waaraan je kan ontsnappen als je voldoende geld hebt. Als je van het dienen in het leger een betaald beroep maakt, brengt dat ernstige schade toe aan het principe van gelijkheid, omdat enkel de arme, laagopgeleide groepen in de maatschappij zich verplicht zullen zien om dienst te nemen. Het zal het moreel en de kwaliteit van de TSK sowieso beïnvloeden. Velen vinden ook dat zes maanden een te korte periode is om iedereen een adequate training te geven, waardoor de kwaliteit in het gedrang komt.

Eén artikel in het wetsvoorstel is bijzonder controversieel. Het schrijft voor dat de president in laatste instantie bepaalt wie dienst moet nemen. Of het nu in tijden van vrede, van oorlog of ergens daartussenin is, iedereen van wie de president vindt dat hij een essentiële rol te spelen heeft, zal worden vrijgesteld van militaire dienst. Het artikel is onduidelijk, arbitrair en hoort niet thuis tussen de wetten van een democratisch land. Het geeft de president het recht om wie hij maar wil vrij te stellen van militaire dienst, zonder dat hij zich daarvoor moet verantwoorden of dat het parlement dat moet goedkeuren.

Kortom, volgens de oppositie zal de nieuwe wet het leger verzwakken en afbreuk doen aan het principe van gelijkheid van alle dienstplichtigen. Bovendien krijgt de president uitzonderlijk veel macht om rechtstreeks tussen te komen in het militair systeem en wordt de controle van het parlement op de macht van de president ondermijnd.

De regering ziet de nieuwe wet als een kans om een volledig vrijwillig en bovendien professioneel leger tot haar beschikking te hebben. De TSK werkt daar al sinds de vroege jaren 2000 naartoe. Maar de oppositie wijst op de quasi-heilige plaats van het leger in de Turkse geschiedenis. Bovendien, zo betoogt ze, zal Turkije op cruciale momenten een minder krachtdadig buitenlands beleid kunnen voeren, is het systeem arbitrair en is het onhoudbaar om een president, die behoort tot een politieke partij, directe macht te geven in het systeem.

De toekomst van het militair systeem is van groot belang voor miljoenen jonge Turkse mannen en hun families. Het is nu duidelijk dat dat het debat daaromtrent brandend actueel zal blijven, en bovendien steeds meer gepolitiseerd wordt.

Metin Gurkan is columnist voor Turkey Pulse van Al-Monitor. Hij werkte als militair adviseur voor Turkije in Afghanistan, Kazachstan, Kirgistan en Irak tussen 2002 en 2008. Nadat hij ontslag nam uit het leger werd hij zelstandig veiligheidsadviseur in Istanbul. Gurkan behaalde zijn doctoraat in 2016, met een proefschrift over de veranderingen in het Turkse leger gedurende het laatste decennium. Hij heeft veel gepubliceerd in zowel Turkse als buitenlandse academische tijdschriften. In augustus 2016 verscheen zijn boek “Wat er misging in Afghanistan: rebellieën in een getribaliseerde, rurale islamitische samenleving.”

Al-Monitor

S.V.R.