Turkije is niet de grenswacht of het vluchtelingenkamp van de Europese Unie. Dat heeft een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken gezegd, als antwoord op een mededeling van de EU.
Hami Aksoy had kritiek op de boodschap van Margaritis Schinas, vice-voorzitter van de Europese Commissie voor het Promoten van onze Europese Manier van Leven, over Turkije en migratie. Volgens hem leek het meer op het politieke discours van de Griekse regering dan op dat van een EU-ambtenaar.
“Ons land heeft erg te lijden onder het fenomeen van illegale migratie. Het enige wat we willen is de lasten en verantwoordelijkheden eerlijk verdelen,” schrijft Aksoy.
“Als je de buitengrens van de EU beschermt, en daarbij de mensenrechten en rechten van asielzoekers niet respecteert, betekent dat een schending van de grondbeginselen waarop de EU rust.
Als je Griekenland beschouwt als de enige buitengrens van Europa is dat in strijd met de historische en geografische realiteit,” zei hij ten slotte.
De taak van de commissie is om de beginselverklaring van de Europese Unie te bewaken, aldus Aksoy. Toch heeft zij geen grondig onderzoek ingesteld naar de mensenrechtenschendingen aan de buitengrenzen van de EU.
Daarom herhaalt Turkije dat Schinas eerst de mensenrechtenschendingen van Griekenland moet onderzoeken. Het gaat dan om de moord op de Pakistaan Muhammad Gulzar, de incidenten waarbij migranten worden teruggestuurd op de Egeïsche zee of op de rivier de Evros, onder de ogen van de EU-agentschappen, het afwijzen van asielaanvragen, praktijken die ingaan tegen de internationale verdragen en tegen de Europese asielrichtlijnen en geweld tegen mensenrechtenactivisten.
Turkije besliste om zijn grens met Europa te openen toen 34 Turkse soldaten omkwamen bij een aanval van het regime van Bashar Assad in Idlib, in Noordwest-Syrië. Daar waren Turkse soldaten gestationeerd om de burgerbevolking te beschermen. In 2018 werd daarover een akkoord bereikt met Rusland, waarbij in een bepaald gebied alle geweldpleging verboden werd.
Bij de laatste humanitaire crisis in Idlib, veroorzaakt door Assads aanvallen op de burgerbevolking, zijn bijna een miljoen mensen op de vlucht geslagen richting de Turkse grens. Door de nieuwe aanvallen zou er weer zo’n vluchtelingenstroom richting Turkije op gang kunnen komen. Maar Turkije vangt nu al 3,7 miljoen Syrische vluchtelingen op en zegt dat het geen nieuwe migratiegolf meer aankan.
Een paar weken geleden begon Ankara de vluchtelingen toe te laten om naar Europa te trekken via de landsgrenzen. Dat was haar antwoord op het gebrek aan humanitaire en financiële hulp van de internationale gemeenschap en de aanval op de Turkse soldaten. Sindsdien zijn duizenden migranten en vluchtelingen toegestroomd in de provincie Edirne, aan de grens met Griekenland en Bulgarije.
Velen kamperen aan de Turkse kant van de grens, ondanks dat Griekenland de grens hardnekkig dicht houdt. Griekenland krijgt zware kritiek voor zijn harde aanpak, onder andere voor het inzetten van het waterkanon en traangas.
Human Rights Watch roept Griekenland en de EU op om, in haar antwoord op het Turkse beleid van vrije doorgang, de mensenrechten te blijven respecteren. De mensenrechtenorganisatie had ook kritiek op de beslissing van Athene om vanaf april tot nader order geen asielaanvragen meer aan te nemen.
In de praktijk komt het erop neer dat iedereen die nu in Griekenland toekomt gewoon teruggestuurd wordt. De mensonwaardige omstandigheden in de Griekse vluchtelingenkampen zijn een ander punt van kritiek.