President Recep Tayyip Erdoğan heeft zaterdag de 31ste verjaardag van het Halabja-bloedbad herdacht.

Op 16 maart 1988 werden duizenden Koerden in het noordoosten van Irak, gedood door aanvallen van het regime van Saddam Hoessein. President Erdogan schreef op Twitter dat de chemische aanval op de Koerdische bevolking in de Irakese stad Halabja, “een open wonden zal blijven in het geweten van de mensheid”. Een wonde die volgens hem nog vers is.

“Ik wens Gods barmhartigheid toe aan onze Koerdische broeders en zusters die hun leven hebben verloren in het bloedbad van Halabja,” klonk het verder op Twitter.

Naar schatting zijn er zo’n 5 à 7.000 Koerden om het leven gekomen tijdens de Irak-Iranoorlog, toen troepen van Saddam Hoessein Mosterd- en Saringas hadden ingezet in de Noord-Irakese stad Halabja.

Duizenden anderen stierven aan complicaties, ziekten en geboorteafwijkingen in de daaropvolgende jaren. Veel inwoners van Halabja lijden nog steeds onder de fysieke gevolgen van de gifgasaanvallen.

In Halabja werden vorig weekend 5.000 ballonnen losgelaten ter herdenking van de 5.000 gesneuvelden.

Sabah

O.A.