De belangrijkste religieuze autoriteit in Turkije heeft afgelopen maandag het overlijden van Rumi herdacht. Deze legendarische islamitische Soefi-mysticus ruilde zowat acht eeuwen geleden het tijdelijke voor het eeuwige. Daarmee verwezenlijkte hij de eenwording met God waar hij zo lang naar verlangd had.
De 13de-eeuwse dichter en geleerde Jalaluddin al-Rumi speelde een belangrijke rol in de “ontwikkeling van Turkije tot een land van liefde en wijsheid. Rumi heeft ook in belangrijke mate bijgedragen tot de bewustwording van de Turken dat ze samen een natie vormen, en van de ummah [gemeenschap],” zegt Ali Erbas, hoofd van het Directoraat voor Religieuze Zaken. De herdenking vond plaats in de centraal gelegen provincie Konya, waar Rumi begraven ligt.
“Wij maken deel uit van een natie en een beschaving die broederschap, liefde en vrede altijd hoog in het vaandel heeft gevoerd. Er bestaat geen verdeeldheid in deze beschaving, enkel eenheid; er zijn geen gevechten of individualisme, enkel eenheid, vrede, solidariteit en vriendschap,” aldus Erbas.
Turkije herdenkt het overlijden van Rumi in 1273 elk jaar, van 7 tot 17 december.
Rumi werd geboren in 1207, in een Turkse familie in het huidige Afghanistan. Hij is één van de meest gelezen filosofen ter wereld. Zijn leerstellingen gaan de verschillen in ras, cultuur en religie te boven.
In Turkije wordt Rumi door zijn aanhangers nog steeds met veel appreciatie ‘Mevlana’ genoemd, wat ‘geleerde’ betekent.
‘De Masnavi’
Rumi’s gedicht ‘De Masnavi’ telt meer dan 50.000 verzen. Het wordt beschouwd als het meest invloedrijke werk in het Soefisme, en werd vertaald in 25 talen.
Hij schreef dit gedicht, over de menselijke kwetsbaarheid, in zijn zoektocht naar God na het verlies van zijn vriend, de wandelende derwisj Shams Tabriz.
Na zijn dood in 1273 richtten zijn aanhangers de Mevlevi-orde op. Die wordt ook wel de Orde van de Draaiende Derwisjen genoemd, en is beroemd vanwege de soefi-dans die ook wel de Sama-ceremonie wordt genoemd.
Elk jaar wordt een internationale herdenkingsplechtigheid gehouden op de verjaardag van Rumi’s eenwording met God, die bekendstaat als Sheb-i Arus of de nacht van de eenwording.