President Recep Tayyip Erdogan zei zaterdag dat Turkije de terroristen van de Gülenistische terreurorganisatie (FETO), die zijn ontsnapt naar het buitenland, zal blijven achtervolgen en terug zal brengen.
Op het congres in de zuidwestelijke provincie Denizli van de regerende Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AK), zei Erdogan: “Ongeveer 80 FETO-terroristen zijn naar Turkije gebracht, we zullen ze blijven achtervolgen, waar ze ook naar toe vluchten.”
Verwijzend naar de poging tot een staatsgreep in 2016, zei hij dat het Turkse volk zich verzette tegen luchtaanvallen van straaljagers en kogels, eraan toevoegend dat FETO de onafhankelijkheid en democratie van het land aanviel.
‘Zoals jullie weten hebben we zes vooraanstaande leden van de FETO gepakt, we hebben ze in Kosovo gevangen genomen en hierheen gebracht.’
Officieren van de Turkse inlichtingendienst brachten de terroristen in maart terug naar Turkije in een speciaal vliegtuig, in samenwerking met de inlichtingendienst van Kosovo.
Eenmaal in Turkije werden de vermeende FETO-leden overgedragen aan de rechterlijke macht.
De FETO en haar in de VS gevestigde leider, Fetullah Gulen, orkestreerden de mislukte staatsgreep van 15 juli 2016, waarbij 250 mensen het leven lieten en bijna 2200 personen gewond geraakten. Hij voegde eraan toe dat PKK-terroristen dezelfde behandeling zullen toegediend krijgen.
Ankara beschuldigt de FETO er ook van achter een langlopende campagne te staan om de staat omver te werpen door middel van infiltratie in Turkse instellingen, in bijzonder het leger, de politie en de rechterlijke macht.
Terreurcampagne
De PKK – die door Turkije, de VS en de EU als een terroristische organisatie wordt gezien – voerde al meer dan 30 jaar lang een terreurcampagne tegen Turkije uit en is verantwoordelijk voor de dood van bijna 40000 mensen, inclusief vrouwen en kinderen.
Meer dan 1200 mensen, waaronder personeel van de veiligheidstroepen en burgers, zijn om het leven gekomen sinds de PKK in juli 2015 haar decennia-oude terreur hervatte.
