Het aantal Turken dat zichzelf omschrijft als atheïst is de afgelopen tien jaar gestegen. Degenen die zichzelf als religieus beschouwen zijn afgenomen. Hoe dan ook vormen religieuze Turken nog steeds de meerderheid in Turkije. Dat schreef journaliste Sibel Hurtas in een nieuwsartikel dat werd gepubliceerd op de nieuwswebsite Al-Monitor.
De bevindingen van een onderzoek hebben tot verhitte discussies geleid over de politieke islam en de religiositeit in het seculiere Turkije dat sinds 2002 wordt geregeerd door de conservatieve AK-Partij. Het onderzoek dat vorige week door het bedrijf KONDA werd gepubliceerd, is gebaseerd op een vergelijking van opiniepeilingen die in 2008 en 2018 werden uitgevoerd.
Uit de enquête van 2018, waarbij 5.800 mensen uit 36 Turkse provincies werden ondervraagd, bleek dat 51% van hen zichzelf beschreef als “religieus”. In 2008 lag dit cijfer 3 procent hoger. Zij die zichzelf beschreven als “strikt religieus” hadden een aandeel van 10% tegenover 13% in 2008. Zij die zichzelf beschreven als “atheïst” of “niet-gelovig” hebben in de afgelopen tien jaar ook een opmars gekend. De “atheïsten” stegen van 1% naar 3% en de “niet-gelovigen” van 1% naar 2%.
Toen de Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AKP) in november 2002 aan de macht kwam, vroeg men zich af of “Turkije zou veranderen in Maleisië”. Zij die echt schrik hadden voor een islamisering spraken zelfs van een “Maleisisering”. In wezen vroeg men zich af of het islamitisch karakter van de AKP een onvermijdelijke invloed zou hebben op de Turkse samenleving.
De twee belangrijkste politieke kampen werden vertegenwoordigd door Kemalisten, die de AKP beschouwden als een islamitische partij die een islamitische staat wilde oprichten, en islamitische conservatieven, die beweerden dat de Turkse bevolking overwegend moslim was en dat de staat dus verenigbaar moest zijn met de islamitische normen.
Na 16 memorabele AKP-jaren blijft deze samenstelling min of meer hetzelfde. Een belangrijk verschil is echter dat islamitische kringen ervan zijn overtuigd dat zij een nieuwe samenleving aan het opbouwen zijn. Deze veronderstelling heeft interne discussies aangewakkerd onder de islamisten.
Veel islamitische denkers geloven ondertussen dat verschijnselen zoals, seksueel misbruik in islamitische hostels of Koranscholen en de ijver waarmee islamitische gemeenschappen strijden om gunsten van de staat, het imago van religie in de samenleving hebben aangetast.
Mehmet Ali Buyukkara, theoloog aan de Sehir-Universiteit van Istanbul, zei dat hij niet verrast was door de bevindingen van het KONDA-onderzoek. Hij tweette: “Zij die in termen van taal, verschijning en misschien verering godvrezend zijn, zijn gefaald op moraliteit, eerlijkheid en oprechtheid.”
Volgens de geleerde is het makkelijker geworden om publiekelijk vroomheid te vertonen. Maar deze verandering heeft niet geleid tot een grotere aantrekkingskracht op religie. Eerder tot een vervreemding.
Ihsan Eliacik, een theoloog wiens werk de theoretische basis heeft gelegd voor een islamitische groep genaamd de “antikapitalistische moslims”, is ook niet verrast door de bevindingen van KONDA.
In een interview met Al-Monitor stelde Eliacik dat islamitische samenlevingen die geregeerd worden door religieuze conservatieven, in tegenstelling tot wat algemeen wordt gedacht, de neiging hebben om zich van de islam te distantiëren.
“Een recent onderzoek dat ik heb gevoerd heeft aangetoond dat dit momenteel het geval is in Saoedi-Arabië, Iran en Turkije,” haalde hij aan. “Deze landen worden allemaal geregeerd door gelovige instanties. Toch verspreidt het atheïsme en deïsme zich, terwijl de religiositeit afneemt en het wantrouwen tegenover religie groeit. Door zulke regeringen beginnen mensen te denken dat de islam in feite een leugen is,” klonk het.
Eliacik zei dat deze trends duidelijk kunnen worden waargenomen onder jongeren in die drie landen. “De eerste groep verschuift naar het deïsme en atheïsme. De tweede groep drijft weg naar radicale fundamentalistische groeperingen en de derde groep glijdt naar een links-islamitisch gedachtegoed,” voegde hij toe.
Eliacik ziet het overheidsbeleid in Turkije als de directe oorzaak van bekeerde moslimjongeren. Hij wees op corruptie als eerste reden en refereerde naar een regeringsgezinde theoloog en columnist die zei dat corruptie niet neerkomt op stelen.
“Ze vragen zich nu af: ‘Is dit verenigbaar met de islam? Het economische beleid van de regering heeft de rijken rijker gemaakt en de armen armer. Of zoals ik het beschrijf: een reiniging uitgevoerd op het kapitalisme,” zei Eliacik.
De onderdrukking van andersdenkenden, de houding tegenover de Koerdische kwestie en de betrekkingen met Israël worden ook nauwlettend in de gaten gehouden.
De geleerde benadrukte dat jonge mensen die zich tot hem richten steeds dezelfde vragen stellen. “Wat is de echte islam vragen ze. Is er een echte islam? Waar is de echte islam? In Saoedi-Arabië, Iran of Turkije? Zijn de daden van de islamitische staat een echte islam? Sanctioneert de islam moord, diefstal en vrouwelijke slaven? Hun gedachten zitten vol vragen. Degenen die er niet in slagen om een antwoord te vinden, maken de overstap naar het deïsme. Degenen die overtuigd raken door mijn opvattingen nemen een links-islamitische houding aan,” legde hij uit.
Buiten het bereik van zowel Diyanet als de islamitische gemeenschap
Voor Eliacik ligt het probleem buiten het bereik van zowel Diyanet als de islamitische gemeenschap. “Wat nodig is, is religieuze verlichting, hervorming en renaissancebewegingen zoals in Europa,” haalde hij aan. “Dit is niet iets wat men kan bereiken met Diyanet of een specifiek overheidsbeleid. De gedachten rond een religieuze verlichting moeten worden verspreid. Als deze worden onderdrukt, kunnen we verder wegzakken in de duisternis,” concludeerde hij.
Toch lijkt een vrije discussie over deze kwesties een ver vooruitzicht in Turkije. Eliacik ontving vorig jaar een gevangenisstraf van zes jaar voor het verspreiden van “terroristische propaganda” tijdens een conferentie. Hij mag Istanbul niet verlaten totdat het beroepsproces is afgerond. Hij wordt bedreigd met de dood en is in zijn eigen woorden een “slachtoffer van een karaktermoord”.
Terwijl het islamisme in Turkije van alle middelen en privileges kan genieten, stuit het toch op verzet in haar zoektocht naar een sociale transformatie. Dit verzet is niet zichtbaar op de straten maar neemt zoals de KONDA-enquête suggereert, de vorm aan van een stille en innerlijke loskoppeling van het geloof.
Al-Monitor
Sibel Hurtas
O.A.
Meer atheïsten en minder religieuze mensen in Turkije volgens nieuw onderzoek