De Trump-regering heeft een voorstel teruggetrokken dat de veiligheidsagenten van president Recep Tayyip Erdoğan wapens van Amerikaanse makelij zou laten aankopen voor $1.2 miljoen (999.209 euro), deelt een afgevaardigde van het congres mee op 18 september, als gevolg van een schermutseling tijdens het bezoek van de president aan Washington tijdens de lente.
Eerder dit jaar zei de regering aan het congres dat het plannen had om de wapenfabrikant Sig Sauer uit New Hampshire toe te laten om wapens te verkopen, wat onder meer over honderden semiautomatische handwapens en munitie ging. De mededeling veroorzaakte een periode waarin het congres de overeenkomst kon evalueren alvorens de finale toestemming te verlenen. De wapens zouden naar een tusseninstantie gegaan zijn in Turkije alvorens in gebruik te worden genomen door de presidentiële veiligheidsdiensten van Erdoğan.
Oppositie
Amerikaanse wetgevers begonnen echter sterk oppositie te voeren tegen de verkoop na een schermutseling op 16 mei buiten het huis van de Turkse ambassadeur in Washington terwijl Erdoğan op bezoek was. Negentien mensen, inclusief 15 geïdentificeerd als Turkse veiligheidsmensen, zijn ondertussen aangeklaagd door een Amerikaanse “Grand Jury”.
In juni schreef Ed Royce, voorzitter van het “House Foreign Affairs Committee”, aan staatssecretaris Rex Tillerson om hem aan te sporen de overeenkomst te weigeren en het gedrag van de Turkse bewakers “onprofessioneel en bruut” te noemen. Een senaatspaneel heeft tevens een maatregel goedgekeurd die de verkoop zou blokkeren.
Het “State Department” informeerde het congres dat het formeel de geplande verkoop terugtrok en zei dat het op verzoek van Sig Sauer was, die de licentie van de Amerikaanse regering had opgevraagd die benodigd is om wapens te exporteren buiten de V.S.
Wetgevers van beide partijen hebben het “State Department” gevraagd om extra voorzorgsmaatregelen te nemen om zeker te stellen dat er geen ander incident plaatsvindt door Turks personeel bij de samenkomst van de Verenigde Naties.