Bij luchtaanvallen door het Russische leger zijn op maandagnacht 23 doden gevallen in Idlib, in het noordwesten van Syrië. De aanval was het grootste bombardement sinds de gedeeltelijke wapenstilstand in februari.

Idlib wordt bezet door verschillende rebellengroepen, waaronder Al-Nusra, dat aan al-Qa’ida is gelieerd. De laatste aanval van de Russen bewijst volgens het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten (SOM) dat het leger van Vladimir Poetin zich lang niet alleen bezig houdt met de strijd tegen ISIS.

https://youtu.be/bF1CjOlI-O4

 

Burgers

‘Rusland, dat deel uitmaakt van de veiligheidsraad van de Verenigde Naties, is een belangrijke speler die dagelijks Syrische burgers vermoord, met het bestrijden van IS als excuus,’ zegt het SOM. De organisatie zegt dat Rusland zich schuldig maakt aan ‘aanhoudende misdrijven tegen het volk van Syrië, die worden verzwegen door de VN’.Volgens het SOM zijn de afgelopen acht maanden bijna 2.100 Syrische burgers omgekomen, en meer dan 2.270 IS-leden. Daarnaast werden meer bijna 2.00 rebellen gedood, waaronder leden van Al-Nusra en andere islamitische terreurgroepen. In totaal hebben de Russen sinds september vorig jaar duizenden burgers en jihadisten gedood, waarvan vijfhonderd kinderen.

elsevier