Hengelose kunstenaar Ridvan Tekir worstelt met zijn Turkse roots: ‘Ze willen dat ik het de volgende keer anders doe’
Zijn ouders zagen er niets in dat hij kunstenaar zou worden, maar Ridvan Tekir (28) volgde zijn hart. Nu exposeert hij iaan de Beursstraat met kleurrijk, expressief werk. “Na een turbulente jeugd heb ik eindelijk mijn weg kunnen vinden in de kunst.”
De werken van Ridvan Tekir, in het zwart gekleed, zijn politiek of maatschappelijk geëngageerd. Ze vallen direct op vanwege absurdistische elementen, maar er spreekt vooral ook veel vrolijkheid uit.
„Het is mijn kijk op de wereld”, zegt hij. “Mijn schilderijen, dat ben ik. Het maakt me ook kwetsbaar me zo te uiten.” Zijn inspiratiebronnen zijn Picasso en Herman Brood.
Niet iedereen waardeert zijn werk. Hij groeide op tussen twee culturen in. Zijn ouders, van Turkse oorsprong, vonden het maar niets dat hij kunstenaar wilde worden.
“In de kunst zou ik niks bereiken”, zoals hij aangeeft. Hij moest liever een studie volgen en dokter of advocaat worden. Hij begon aan een opleiding theologie, maar dat werd niks. Ook een opleiding Social Work werd afgebroken. Uiteindelijk doet hij wat hij altijd al wilde doen, schilderen en muziek maken.
Maar daar ging wel een en ander aan vooraf. Hij belandde na zijn turbulente jeugd na een aantal depressieve perioden in de geestelijke gezondheidszorg.
“Totdat ik ontdekte wat ik moest doen in mijn leven, toen ging het beter met me. Schilderen en muziek maken brengt rust in mijn denken. Dan voel ik me het gelukkigst en kan ik mijzelf laten zien.”
Hij is gelovig en gaat elke vrijdag naar de moskee. “Als 11-jarige was ik kampioen koranvers citeren. Geloof is ook voor mij een houvast, een inspiratiebron voor mij als kunstenaar.”
Maar hij wil ook zichzelf kunnen zijn. Wat dat betreft, Ridvan heeft nog altijd last van Turkse familieleden en kennissen die zijn werk afkeuren.
Spotten met islam
Zo zou hij spotten met de islam, door een vrouw in boerka met de Nederlandse vlag af te beelden.
“Ze willen dat ik dat de volgende keer anders doe. Dat ik mensen niet kwets. Ze hebben kritiek op mijn kunst. Moet ik dan mijn eigen identiteit verborgen houden? Dat moest ik mijn hele jeugd al. Ik had te maken met een verwachtingspatroon waaraan ik niet kon voldoen. Als mensen zich gekwetst voelen, is dat hun eigen keuze.”
Bron: Nederlandse media