De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waarschuwde onlangs voor nadelige gevolgen van het gebruik van het tientallen jaren oude malariamedicijn hydroxychloroquine om COVID-19 te behandelen.
Het middel zou niet veilig zijn, en daarom verbood Frankrijk het. In Turkije werd het middel op 27 mei nog steeds gebruikt. De Turkse medische vereniging TTB waarschuwde ook voor hydroxychloroquine. Dat deed ze publiekelijk op 27 mei.
Volgens de TTB kan het middel hartritmestoornissen veroorzaken. De vereniging riep het ministerie van Volksgezondheid ook op om gegevens met het volk te delen over het gebruik van hydroxychloroquine, de slaagkansen van deze behandeling voor CoVID-19-patiënten en de mogelijke bijwerkingen.
In april had minister Fahrettin Koca nog triomfantelijk aangekondigd dat Turkije een voorraad van 1 miljoen doosjes met hydroxychloroquine had aangelegd. Hij zei toen dat het land zich eerder dan andere landen had voorbereid op de coronacrisis, die in Turkije op 11 maart begon, en dat andere landen nog naar een voorraad van het middel op zoek waren.
Op 14 april adviseerde zijn ministerie van Volksgezondheid 2 doses van 400 milligram tijdens de eerste dagen van de behandeling van een patiënt, en 2 doses van 200 milligram de 5 volgende dagen. Nog in april beloofde de Franse farmaciereus Sanofi 100 miljoen doses hydroxychloroquine te schenken aan 50 landen. Sanofi verkoopt het medicijn onder de merknaam Plaquenil.
Ook in de Verenigde Staten zorgde het medicijn al voor controverse. President Donald Trump is een groot voorstander van hydroxychloroquine. Hij nam het middel zelfs gedurende 2 weken in ondanks waarschuwingen van de Food and Drug Administration (FDA). Trump beschouwde het middel als revolutionair.