De Raad van Europa heeft aangekondigd dat hij disciplinaire maatregelen zal nemen tegen Turkije wegens de voortdurende detentie van de zakenman Osman Kavala.
In een verklaring die gisteren werd vrijgegeven, zei de Raad dat “Turkije weigert zich te houden aan het definitieve vonnis van het hof in deze zaak” en dat het land nu zal worden onderworpen aan “inbreukprocedures” en tuchtmaatregelen.
De rechterlijke uitspraak waarnaar de Raad verwijst, is die van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), dat in 2019 oordeelde dat de zakenman en filantroop ten onrechte is vastgehouden en dat Ankara hem moet vrijlaten.
Turkije heeft de uitspraak van het EHRM echter getrotseerd, waarbij een rechtbank in Istanbul vorige week de detentie en opsluiting van Kavala heeft verlengd.
De acties en inbreukprocedures waarmee de Raad van Europa Ankara bedreigt, kunnen maatregelen inhouden zoals de schorsing van het stemrecht van Turkije en misschien zelfs van zijn lidmaatschap van de Raad.
Als een dergelijke actie doorgang vindt, zal het de tweede zaak en uitvoering van de maatregelen van de Raad zijn na zijn procedure tegen Azerbeidzjan in 2017.
Kavala, die al meer dan vier jaar in de gevangenis zit zonder voor een misdrijf te zijn veroordeeld, wordt beschuldigd van het financieren van landelijke antiregeringsprotesten in 2013 en van betrokkenheid bij de mislukte couppoging in 2016.
Hoewel de Raad en westerse landen de voortdurende detentie van Kavala door Turkije veroordelen als een schending van de mensenrechten en een poging om politieke dissidentie de kop in te drukken, houdt Turkije vol dat het zich houdt aan de rechtsstaat en dat het een kwestie is waarover de rechterlijke macht van het land moet beslissen.
Bron: Hürriyet