Vijf jaar zijn verstreken sinds de demonstraties in het Gezi-park van Istanbul. Ze ontstonden als kleine, lokale protesten, maar groeiden snel uit tot een grote, nationale protestbeweging tegen het bewind van president Recep Tayyip Erdoğan, die vooral veel steun kreeg in seculiere wijken.
De demonstraties werden hardhandig neergeslagen door een overweldigende politiemacht. Acht demonstranten en twee politieagenten kwamen om. De angst en afkeer die ze veroorzaakten, liggen nog vers in het geheugen bij Erdoğan en de harde kern van sympathisanten rondom hem.
Je merkte het aan hun reacties op de Gele Hesjes-protesten in Parijs. Het gaf hen ook de gelegenheid om zich vrolijk te maken over de moeilijke situatie waarin president Emmanuel Macron nu verkeert.
Franse tv-zender censureert anti-Macron boodschappen met fotoshop
Het nauwelijks verhulde gevoel van voldoening is duidelijk zichtbaar, zowel bij president Erdoğan als bij de leden van zijn regering en de regeringsgezinde media.
Niemand van hen schrok ervoor terug om van de gebeurtenissen in Parijs gebruik te maken om uiting te geven aan hun diepgewortelde wrok tegen het Westen.
Deze rancune van Ankara vindt haar wortels in de haat die de Europese regeringen en westerse media verwekt hebben tijdens de protesten van Gezi.
Erdoğan, die toen premier was, kreeg scherpe kritiek voor zijn aanpak van de demonstranten. De meesten van hen hadden niets te maken met de rellen en het vandalisme van extremistische groepen.
Geheel in zijn eigen stijl, wrijft Erdoğan zich nu zelfgenoegzaam in de handen.
Op een openingsceremonie op 8 december in Istanbul vergeleek hij de Europese reacties op wat er zich in Frankrijk afspeelt met de aanpak destijds in Turkije.
Erdoğan hekelde wat hij het buitensporige optreden van Europa noemde, zelfs al gaan de protesten van Gele Hesjes gepaard met rellen en geweld tegen de politie. “Europa slaagt er niet in om te voldoen aan zijn eigen standaarden van democratie, mensenrechten en vrijheden,” aldus Erdoğan.
Twee dagen later, tijdens een evenement ter gelegenheid van Wereldmensenrechtendag, ging hij nog verder in zijn kritiek: “Het is geen toeval dat diegenen die het hardst roepen over mensenrechten, er vandaag het slechtst aan toe zijn wat mensenrechten betreft.” Verder hekelde hij de “Europese hypocrisie”.
Erdoğan nagelde ook de westerse media aan de schandpaal, voor wat hij hun oneerlijke berichtgeving over de gebeurtenissen in Istanbul en Parijs noemde.
“Diegenen die het hadden over mensenrechten ten tijde van de straatprotesten van Gezi in Istanbul zijn blind en doof voor wat er nu in Parijs gebeurt.”
Minister van Buitenlandse Zaken
Minister van Buitenlandse Zaken Mevlüt Çavuşoğlu deed gelijkaardige uitspraken in zijn thuisstad Antalya.
“We zijn tegen vandalisme, maar het buitensporige machtsvertoon van de Franse politie is zinloos,” aldus Çavuşoğlu. “De manier waarop de pers hiermee omgaat, is rampzalig. Dat is wat je noemt, met twee maten en twee gewichten wegen. Dat is wat we bedoelen als we zeggen dat Europa twee gezichten heeft.”
Erdoğan beweerde dat de protesten van Gezi deel uitmaakten van een joods-westers complot tegen hem. Zij zouden zich verschuilen achter een vaag concept van “internationaal recht” om hem en zijn islamistische Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AKP) te ondermijnen. De live verslaggeving van de westerse media vormt daar voor hem het bewijs van.
Hij en zijn aanhangers geloven hier rotsvast in, en hun afkeer van Europa blijft groot. Dat merk je vooral in de regeringsgezinde media, die vandaag in de meerderheid zijn in Turkije.
Abdurrahman Dilipak van de islamistische krant Yeni Akit gelooft dat wat er nu in Frankrijk aan het gebeuren is, een mooie illustratie is van het fenomeen ‘wie de bal kaatst, kan hem terug verwachten’.
“Diegenen die het hoge woord voerden tijdens de gebeurtenissen van Gezi worden nu de mond gesnoerd. Ze hadden niet verwacht dat hun uitspraken zich op een dag tegen hen zouden keren en hen vol in het gezicht zouden raken,” schreef Dilipak.
“De vandalen in Frankrijk de grond inboren, terwijl je de vandalen in Turkije romantiseert”
Ufuk Ulutas is directeur Buitenlands Beleid bij de Stichting voor Politiek, Economisch en Sociaal Onderzoek (SETA) in Ankara, gefinancierd door de regering. Volgens hem tonen de gebeurtenissen in Frankrijk eens te meer aan dat het Westen bitter weinig empathie heeft voor Turkije.
“De vandalen in Frankrijk de grond inboren, terwijl je de vandalen in Turkije romantiseert. Dat is, eenvoudig uitgedrukt, met twee maten en twee gewichten wegen,” schreef Ulutas in zijn column in de krant Aksam.
Deze commentatoren hebben maar weinig moeite gedaan om de socio-economische oorzaken te begrijpen van de huidige protesten in Frankrijk. In plaats daarvan hebben de gebeurtenissen in Parijs aanleiding gegeven tot een hele reeks theorieën over internationale samenzweringen.
Ook is er weinig aandacht besteed aan het feit dat Macron door de demonstraties gedwongen werd om terug te komen op de beslissingen die de aanleiding vormden voor de betogingen.
Columnist Abdurrahman Dilipak vermoedt dat Macron te maken heeft met een complot van de VS tegen hem. Blijkbaar werd hij hiertoe aangezet door de controversiële uitspraken van president Donald Trump omtrent de gebeurtenissen in Parijs.
“Het was duidelijk dat dit ging gebeuren toen Macron luidop begon te dromen van een Europese alliantie naar het voorbeeld van de NAVO, maar dan zonder Amerika,” schreef Dilipak.
“Degenen die verantwoordelijk zijn voor de onrust in Frankrijk zijn ook geen vrienden van Turkije. Dat mogen we niet vergeten,” waarschuwde hij.
Ibrahim Karagul, de polemische hoofdredacteur van de islamistische krant Yeni Safak, bespeurt ook Amerikaanse inmenging.
“Wat er nu in Parijs gebeurt is een straf van de VS voor al wie hun voogdij niet accepteert. Het is een interventie van Amerika in samenwerking met Israël. Zij hebben de kroonprinsen van Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten voor hun kar gespannen. In feite zijn zij de steunpilaren van het Angelsaksisch-Israëlische project in onze regio,” zo luidt de wat vreemde redenering van Karagul.
Ondanks de zelfgenoegzame tevredenheid die in Turkije heerst over de ontwikkelingen in Frankrijk, wordt men er toch ook aan herinnerd dat er onverwacht, op gelijk welk moment, dergelijke massademonstraties kunnen uitbreken en dat ze zich snel kunnen verspreiden.
Daarom is Ankara ook bang dat de vlam zou kunnen overslaan naar Turkije, met kopieën van de Gele Hesjes-protesten als gevolg. Daar worden immers ook miljoenen gezinnen getroffen door de snel stijgende levensduurte.
Lokale verkiezingen van maart
Op dit moment bereidt Erdoğan zich voor op de lokale verkiezingen van maart, die van cruciaal belang zijn. Hij kan zo’n crisis missen als kiespijn, zeker omdat hij al met moeilijke binnen- en buitenlandse kwesties af te rekenen heeft.
Coalitiepartner van Erdoğans AKP
Devlet Bahçeli heeft al dreigende taal gesproken wat dat betreft. Bahçeli is de leider van de rechtse Nationalistische Beweging (MHP). Ze treedt op als de facto coalitiepartner van Erdoğans AKP, hoewel ze niet mee in de regering zit.
“Als iemand het in zijn hoofd zou halen om de Gele Hesjes-terreur na te apen, zal die daar een hoge prijs voor betalen. Wie een geel hesje draagt, mag zich op het ergste voorbereiden,” zei Bahçeli op 12 december.