Afgaande op alle harde bewijzen en bekentenissen, kan er nog weinig twijfel over bestaan dat de dodelijke couppoging die plaatsvond in de nacht van 15 op 16 juli 2016 georkestreerd werd door het netwerk van Fethullah Gülen, vertelde journalist Sedat Ergin aan Hürriyet Daily News.
“Degenen die bekenden en actief deel uitmaakten van de couppoging hebben allemaal toegegeven dat ze verbonden waren aan de Gülen-beweging. Ze gaven een voor een toe dat ze handelden op bevel van de leidinggevende Gülenisten,” zei Ergin die geregeld details van de aanklachten tegen de coupverdachten publiceert voor Daily Hurriyet.
Hij wees ook op een aantal belangrijke bewijzen waaronder beelden van beveiligingscamera’s op de Akıncı luchtmachtbasis (foto) dat het commandocentrum was van de couppoging. Hierop is te zien hoe burgers die gelinkt zijn aan het Gülen-netwerk samen met soldaten de coup uitvoeren.
Wat voor beeld heb je gevormd na het lezen van duizenden pagina’s aan beschuldigingen? Ten eerste was ik al zelfs voor het lezen van de beschuldigingen zeker dat de Gülen-beweging verantwoordelijk was voor de couppoging. En hoe meer ik las, hoe meer mijn overtuiging werd bevestigd.
We zien dat de poging tot staatsgreep tot in detail werd uitgestippeld en dus duidelijk geen amateuristisch initiatief van een handvol soldaten was. De couppoging werd in bijna heel Turkije, van oost naar west, uitgevoerd. Een ander punt is dat niet militairen van de Gülen-beweging betrokken waren bij dit proces. Zowel in de planning als in de uitvoeringsfase.
Ten derde ben ik van mening dat deze aanklachten zeer goed gedocumenteerd zijn. Neem als voorbeeld de gebeurtenissen op de Akıncı luchtmachtbasis dat werd gezien als het commandocentrum van de couppoging. Hier zien we overduidelijk hoe actief het civiele kader van de Gülen-beweging betrokken was bij de feiten.
Hoe definieert u deze organisatie die komt bovendrijven tussen al de bewijzen?
Planning en organisatie was voor hen duidelijk van primordiaal belang. We waren reeds vertrouwd met feit dat de Gülenisten in de afgelopen 20 à 30 jaar een zeer groot netwerk hebben uitgebouwd. In Turkije zijn we al lang bekend met de aanwezigheid van deze beweging, maar het is voor het westerse publiek niet zo gemakkelijk om dit te begrijpen aangezien het moeilijk is om een soortgelijke organisatie te vinden waarmee ze het zouden kunnen vergelijken.
Sommige mensen hebben hun twijfels geuit over de aanwezigheid van geloofwaardige bewijzen die de couppoging linken aan de Gülenisten.
Er is ruimschoots bewijs dat de organisatie van Gülen achter de couppoging zat. Ten eerste zijn er de bekentenissen van de mensen die actief hebben deelgenomen aan de couppoging en toegegeven hebben dat ze deel uitmaakten van de Gülen-beweging. Ze bekenden dat ze volgens richtlijnen van de organisatie hebben gehandeld. We mogen wel niet vergeten dat deze schuldbekentenissen grotendeels afkomstig zijn van laag gerankte soldaten.
Het is ook van belang dat we naar andere geldige bewijzen kijken. Indien we de dynamiek van de couppoging willen begrijpen, moeten we de gebeurtenissen van 15 juli 2016 op de Akıncı luchtmachtbasis nauwkeurig analyseren. Het commandocentrum van de couppoging was het 143stesquadron van de Akıncı luchtmachtbasis, vlakbij Ankara. Daar verzamelden de kopstukken van de couppoging zich terwijl het 141ste squadron fungeerde als een operationeel centrum van waar de F-16 piloten op missie vertrokken. Hulusi Akar, 29ste stafchef van de Turkse strijdkrachten en tevens de hoogste militair van Turkije, werd door pro-coup soldaten vastgehouden in het hoofdkwartier van de luchtmachtbasis.
In de nacht van de couppoging werden alle beslissingen genomen in het 143e squadron en vervolgens overgedragen naar het 141ste squadron waar ze werden uitgevoerd door de gevechtspiloten. Het 143e squadron was verbonden met elke militaire eenheid in Turkije die betrokken was bij coupactiviteiten. De beslissing om de couppoging te beëindigen werd ook genomen in het 143ste squadron nadat Generaal Akar erin slaagde de putschisten te overtuigen om op te geven. Er bestaat geen twijfel meer over dat het 143ste squadron het brein en zenuwcentrum was van de couppoging.
Laat ons nu de kritische vraag stelen: Wie was er die avond aanwezig in het 143ste squadron?
Het antwoord vindt u terug op de videobeelden van de beveiligingscamera’s. Hierop zien we de coupplotters in 2 groepen door de gangen lopen: Een groep generaals en kolonels en een groep burgers.
De participerende burgers, mensen zoals Kemal Batmaz (foto), Harun Biniş (foto hieronder) en Nurettin Oruç, waren in het verleden werkzaam bij verschillende instellingen van het Gülen-netwerk.
We weten ook dat Adil Öksüz, die de “grote broer” (hogere autoriteit binnenin Gülen-beweging) aan het hoofd van de luchtmacht was, aanwezig was op het 143ste squadron. Hij komt niet voor in de beelden van de bewakingscamera’s, maar verscheidene getuigen, waaronder de commandant van de luchtmachtbasis generaal Hakan Evrim, hebben zijn aanwezigheid die nacht bevestigd.
Degenen die zich nog steeds afvragen of dat bovengenoemde individuen effectief deel uitmaken van de Gülenistische terreurgroepering FETÖ, dienen wat opzoekwerk te verrichten op het internet. Daar zullen ze onder meer zien hoe Öksüz overduidelijk neer knielt voor Fethullah Gülen. Kortom, het civiele netwerk van de Gülen-beweging was actief in de plannings- en uitvoeringsfase van de staatsgreep.
Wie is Sedat Ergin?
Sedat Ergin is geboren in Istanbul en heeft literatuur gestudeerd aan de Boğaziçi Universiteit terwijl hij tegelijkertijd ook deeltijds werkte voor de Turkse nieuwsagentschap.
Hij zette zijn carrière in de journalistiek verder nadat hij afstudeerde als politicoloog aan de Universiteit van Ankara. In Ankara werkte hij tussen 1979 en 1987 als diplomatieke verslaggever bij Cumhuriyet.
In 1987 werd hij Washington vertegenwoordiger van Hürriyet en zes jaar later die van Ankara. Na een periode als hoofdredacteur van Milliyet, keerde hij terug om columns te schrijven bij Hürriyet. Verder was hij hoofdredacteur bij Hürriyet vanaf augustus 2014 tot en met februari 2017.
Ergin heeft in het verleden een aantal opmerkelijke prijzen gewonnen, waaronder de onderzoeksprijs van 2010. Deze werd aan Ergin uitgereikt door de Turkse Associatie van Journalisten voor de artikels die hij schreef over de Balyoz-zaak.