Foto: Corine, Marco en Kimberley

De racistische appjes van vijf Rotterdamse agenten schokten Nederland en de rest van Europa.

Hun naaste collega’s spreken over hun ervaringen. “Ik wil ze vergeven, maar weet niet of het kan.”

Het is 28 maart. Nederland las een paar dagen eerder schokkende passages uit de inmiddels beruchte appgroep met vijf Rotterdamse agenten.

Het gevoel van ongemak is enorm, vertelt ze.

“Ik vóelde dat ze mij als de teamchef van ‘dat racistische bureau’ zagen. Want ja, die collega’s waren nou eenmaal te gast vanwege een kwestie die bij óns speelde.”

Maar ze voelt veel meer. Samen met wijkagent Kimberley en inspecteur Marco, ook van basisteam Delfshaven, vertelt Corine desgevraagd over de gigantische impact van de ‘appaffaire’ op de werkvloer.

De kwestie bestaat voor haar uit een ‘eerste en tweede golf’. De eerste begon afgelopen zomer.

De agenten spraken in hun appgroep over ‘kankervolk, kutafrikanen en pauperallochtonen’ op wie ze wilden ‘schieten’.

De tweede, veel pijnlijkere, golf volgde vorige maand. Ditmaal belandden volledige conversaties – ‘Weer een Turk minder’ – in de media.

In één van de appjes tussen de politiecollega’s stond ‘Weer een Turk minder’

De hardheid schokte Nederland. Critici hekelden bovendien de ‘lichte’ sanctie die de korpsleiding het vijftal oplegde: de mannen kregen een symbolische berisping en werden om de ‘rust binnen het team terug te brengen’, overgeplaatst.

Kimberley worstelt aanvankelijk met allerlei vragen. “Hoe zouden deze agenten naar mij, moeder van een donker kind, kijken? Of de mensen die ik liefheb?

Ik was in shock. En niet alleen ik: heel veel collega’s waren boos en verdrietig.”

De berichten kwamen, zo blijkt tijdens de eerste golf, immers al in februari 2019 bij de politie ter sprake. De teamleiding voerde toen ‘corrigerende gesprekken’ met de agenten, waarna de groep werd opgeheven.

De korpsleiding was daar niet bij betrokken. Wanneer zij in de zomer van 2020 over de appjes hoort, volgt daarom een kritische reactie: de zaak had ‘breder besproken en beoordeeld’ moeten worden.

Terwijl het onderzoek in 2020 loopt, worstelen collega’s met de kwestie. Enerzijds, vertelt Kimberley, verafschuwt ze de appjes, anderzijds kan ze ze niet rijmen met déze specifieke agenten.

Marco belandt in een ‘spagaat’, zegt hij.

Sterker: één van de mannen kwam eens naar me toe omdat hij zo graag met een bepaalde collega, nota bene van Turkse komaf, wilde werken. Dat waren maatjes. Hoe moet die collega zich nu voelen?”

Aboutaleb geeft racistische politieagenten tweede kans

Burgemeester Ahmed Aboutaleb staat achter een tweede kans, zodat ze ‘kunnen bewijzen geen racisten te zijn’.

Kimberley: “Natuurlijk heb ik van alles voorbij horen komen: stoerdoenerij, beroepsdeformatie, afstomping. Maar ik kan daar niks mee.”

Marco beschouwt de ‘supergrove opmerkingen’ als een vorm van sluimerend racisme.

Maar, benadrukt hij, in deze omgeving wéét een agent beter. “Als agent wórd je hier in het grootste deel van de wijk gewaardeerd, krijg je Turkse koffie en hapjes. Ook daarom kan ik dit niet plaatsen.”

Uitgemaakt voor racist

Die waardering komt in de tweede golf onder druk te staan. Rotterdammers met Turkse wortels zien de appjes als een klap in het gezicht: waarom zouden zij de politie nog vertrouwen?

Vergeven?

Binnen de politie is de schok, net als op straat, groter dan afgelopen zomer. Collega’s die het, ondanks hun afkeuring, eerst nog voor de agenten opnamen, kunnen dat nu niet meer opbrengen.

Bron: Nederlandse media