De hulpverleners van Nederland die in Turkije hebben meegezocht naar overlevenden zijn maandag onderweg terug naar Nederland.

De hulpverleners hadden geen hoge verwachtingen meer van deze laatste dag, maar toch werd een uiterste poging gedaan om in overlevenden te vinden.

In de nasleep van de verwoestende aardbeving wisten de Nederlanders twaalf mensen en een hond te redden. Zo haalden de reddingswerkers eergisteren nog een jongen van 8 levend onder het puin vandaan.

De leden van het zoek- en reddingsteam gaan morgen naar de stad Adana.

Van daaruit reizen ze naar een niet bekendgemaakte locatie. Daar nemen ze tijd om tot rust kunnen komen na het zware werk, maakte het team eerder al bekend.

Trots op missie

Groepscommandant Huijbrechts is trots op de missie.

“We hebben twaalf mensen levend kunnen bevrijden uit het rampgebied. Nu is er ruimte om alle indrukken en gebeurtenissen een plekje te geven”, aldus de commandant.

Nog geen 24 uur na de allesverwoestende aardbeving in Turkije, stond het USAR-reddingsteam in het rampgebied hulp te verlenen.

“Op missie gaan is een zeer snelle schakeling”, vat Huijbrechts samen. “We hebben zes uur de tijd om onze spullen te pakken, twaalf uur om te vliegen en daarna binnen zes uur op de plaats van het incident te komen. Het is een zeer snelle actie. Dat betekent dat je thuis de situatie moet loslaten. De eerste 24 tot 72 uur betekent niet slapen. Het is continu heel hard werken met alle risico’s van dien: instortingsgevaar, naschokken maar ook alle burgers om je heen.”

Het USAR-team is een van de 87 teams die zijn afgereisd naar het rampgebied om te helpen bij mensen die het ’t hardst nodig hebben.

65 hulpverleners waren op de plaats van het incident. De rest heeft bijgedragen aan de missie vanuit eigen land. Marcel legt uit:

“Missies worden gecoördineerd vanuit Nederland. Dit is zeer belangrijk voor een geslaagde missie. Zonder de ondersteuning kunnen de hulpverleners in het rampgebied hun werk niet doen.”

Schokkend

Huijbrechts beseft als geen andere dat de gebeurtenissen die de hulpverleners meemaken in Turkije schokkend kunnen zijn.

“Als hulpverlener zijn wij er op getraind om zaken op een relationele manier op te pakken. We gaan eerst de ramp in, proberen emoties uit te schakelen en daarna de ruimte pakken die voor jezelf nodig is. Na iedere missie is er ruimte voor een gesprek en het tonen van emoties.”

Bron: Nederlandse media