De regerende AKP en haar bondgenoot MHP bereiden een nieuwe wet in verband met politieke partijen voor.

De MHP, en in het bijzonder parlementslid en fractievoorzitter Feti Yıldız, wil het moeilijker maken om nieuwe politieke partijen op te richten. Daarvoor diende Yıldız een wetsvoorstel in.

Volgens hem was de recente oprichting van enkele nieuwe partijen alleen bedoeld om schade toe te brengen aan de democratie.

Hij vindt het op dit moment te gemakkelijk om een nieuwe partij op te richten, en dat wil hij aangepast zien. Zo is hij onder meer van mening dat het huidige aantal van 30 leden te weinig is voor een nieuw op te richten partij.

In mei stelde MHP-voorzitter Devlet Bahçeli al voor om het systeem aan te passen. Als gevolg daarvan richtten de 2 bondgenoten in juni onafhankelijke commissies op om alle nodige juridische procedures in gang te zetten.

Later zullen de twee commissies hun krachten bundelen en aan een gezamenlijk wetsvoorstel werken. Beide partijen zeggen dat de nieuwe wet bedoeld is om het nieuwe presidentiële systeem goed te kunnen laten verlopen, maar er wordt verwacht dat ze het vooral moeilijker zal maken voor nieuwe partijen om aan de verkiezingen deel te nemen.

Uitspraak Kılıçdaroğlu

Het idee voor het wetsvoorstel ontstond na een uitspraak van CHP-voorzitter Kemal Kılıçdaroğlu. De oppositievoorzitter suggereerde namelijk dat een aantal van zijn parlementsleden van plan was om over te stappen naar de Partij voor Democratie en Vooruitgang (DEVA) of de Toekomstpartij (Gelecek Partisi) , beide opgericht door voormalige leden van de AKP. Zo zouden die parlementsleden zich kunnen verzekeren van een gunstige plaats op de volgende verkiezingslijsten.

In Turkije zijn volgens officiële cijfers 92 geregistreerde politieke partijen. De voorbije 8 maanden zijn er 13 nieuwe partijen opgericht. Volgens onder meer de grondwet moeten nieuwe partijen geen toestemming hebben. Wel wordt gevraagd om de contactgegevens van de 30 stichtende leden door de geven aan het ministerie van Binnenlandse Zaken, net als de naam van de partij en het adres van het hoofdkantoor. De documenten worden dan naar het hooggerechtshof en het grondwettelijk hof gestuurd.

Als de partij toch niet in orde blijkt met de richtlijnen, krijgt het partijbestuur een waarschuwing. Als de problemen niet verholpen zijn, wordt er een procedure tot opheffing gestart bij het grondwettelijk hof.

Echter, om deel te mogen nemen aan verkiezingen, moet de partij 6 maanden voor die verkiezingen opgericht zijn, minstens 1 keer een partijcongres gegeven hebben of minstens 20 afgevaardigden hebben in het parlement. Slechts 20 Turkse partijen voldoen aan deze criteria. DEVA en de Toekomstpartij werken op dit moment nog aan hun organisatiestructuur.

K.L.