De Palestijnse-Amerikaanse historicus Edward W. Said (1935-2003) heeft het woord oriëntalisme niet bedacht, maar zijn keuze ervan als titel voor zijn invloedrijke onderzoek uit 1978 naar relaties tussen de Arabische wereld en het Westen heeft veel bijgedragen tot de daaropvolgende interpretatie van de term.
Volgens Said had het Westen de Arabische wereld consequent en chronisch vernederd om macht te verkrijgen. Deze visie werd welwillend ontvangen door velen die de geschiedenis graag wilden herevalueren in het licht van de politieke ontwikkelingen in het Midden-Oosten na de Tweede Wereldoorlog, vooral het ontstaan van de staat Israël in 1948 en de opkomst van diverse Arabische landen als wereldmachten als gevolg van hun olierijkdom.
Niet iedereen was echter enthousiast over het boek en Said kreeg kritiek op een aantal zwakke punten in zijn betoog. Een van de grootste bezwaren was zijn binaire afspiegeling van West en Oost als tegengestelde monolieten, de eerste als onderdrukker en de tweede als slachtoffer, terwijl er in werkelijkheid altijd een voortdurende uitwisseling tussen beide partijen is geweest, met overdracht van ideeën en materialen.
Waarom, zo vroeg de historicus Bernard Lewis, ontcijferden de Engelsen de oude taal van de Egyptenaren als ze zo vastbesloten waren hun nationale identiteit te onderdrukken, zoals Said beweerde? Hoe, vroeg anderen, kon een boek met de titel Oriëntalisme China en Japan negeren. Sommigen meenden dat Said een complexe symbiose had genegeerd omdat deze niet paste binnen zijn voorgevormde theorieën.
Grote invloed
Oriëntalisme mag dan zwakke punten hebben gehad (hoewel Said scherm reageerde op deze en veel andere kritiek), maar het boek had grote invloed op de ontwikkeling en inhoud van postkoloniale studierichtingen, niet alleen met betrekking tot de Arabieren, maar tot de hele wereld. De invloed was wereldwijd te merken met uitgaven in 36 talen.