Met nog enkele dagen tot de voorverkiezingen kondigde Ekrem İmamoğlu, burgemeester van Istanbul, zijn kandidatuur aan: “Eerst kandidaat, daarna president.”
In İzmir gaf hij het startsein van zijn campagne en daagde president Erdoğan uit: “Als je moedig en oprecht bent en nog een greintje geweten hebt, dan beantwoord je mijn uitdaging.”
Op 23 maart 2025 houdt de Republikeinse Volkspartij (CHP) een voorverkiezing om haar presidentskandidaat te bepalen. Alleen CHP-leden mogen stemmen, en İmamoğlu is de enige kandidaat.
In 2028 volgen de algemene presidentsverkiezingen, waarin hij het mogelijk opneemt tegen een AKP-kandidaat.
İmamoğlu bekritiseerde de regering en sprak zich uit tegen partijdigheid: “Ze willen ons onderwerpen aan een onrechtvaardig systeem, maar dit volk zal ongelijkheid nooit accepteren.”
Hij benadrukte Atatürks visie: “De republiek gaf ons gelijke rechten en stelde ons een doel: de moderne beschaving overtreffen.”
Hij hekelde de inbeslagname van bezittingen van zijn naasten: “Denken ze dat ik bang word? Het volk is met mij!” Ook veroordeelde hij machtsmisbruik: “Die stoel is niet van jou, maar van het volk. Je kunt de waarheid niet ontlopen.”
İmamoğlu beschuldigde de regering ervan hem uit de race te willen houden: “Ze willen verkiezingen zonder Ekrem İmamoğlu. Ze zijn bang!” en riep op tot transparantie: “Als mijn vrienden onrecht hebben gepleegd, toon dan de bewijzen, live op TRT!”
Zijn campagne begon met een bezoek aan het graf van Zübeyde Hanım en een toespraak in İzmir. Hij benadrukte dat de staat er is om het volk te dienen, niet om hen te onderdrukken: “Bestuurders moeten hun plaats kennen.”
İmamoğlu riep zijn aanhangers op om op 23 maart hun stem te laten horen: “Elke stem zal de waarde van democratie tonen.” Hij sloot af met vastberadenheid: “Ik ben klaar voor deze strijd. Samen zullen we het corrupte systeem doorbreken.”
Bron: X