Ali Erbaş, het hoofd van de Turkse dienst voor Religieuze Zaken

Ali Erbaş, het hoofd van de Turkse dienst voor Religieuze Zaken, ligt onder vuur omdat hij Mustafa Kemal Atatürk ogenschijnlijk vervloekte tijdens een preek op 24 juli.

Hij hield zijn preek tijdens het vrijdaggebed in de iconische Hagia Sophia in Istanboel. Met zijn islamistische uitspraken heeft het hoofd van Diyanet zich al vaker woedende reacties op de hals gehaald.

Tijdens de preek hield hij een zwaard vast, als symbool voor de Ottomaanse veroveringen. “Dit monument was de oogappel van sultan Mehmed II de veroveraar, en daarom schonk hij het aan de gelovigen. De enige voorwaarde was dat het voor eens en voor altijd een moskee zou blijven”, luidde zijn preek.

“Iedere gift voor ons geloof is van het grootste belang. Iedereen die daaraan raakt, zal zich verbranden. Iedereen die inbreuk pleegt op de status van die gift, zal vervloekt worden.”

Omdat Atatürk zelf nog in leven was op het moment dat besloten werd van de Hagia Sophia een museum te maken, wordt deze uitspraak beschouwd als een aanval tegen hem als stichter van de moderne Turkse republiek.

Hagia Sophia

Gedurende 916 jaar was de Hagia Sophia de grootste kathedraal ter wereld. Toen sultan Mehmed II Constantinopel (Istanboel) in 1453 veroverde, maakte hij er 1 van de belangrijkste moskeeën ter wereld van. Die status had het bouwwerk tot 1934, toen de overheid een decreet instelde waardoor het sindsdien een museum zou zijn.

Op 10 juli dit jaar vernietigde de Turkse Raad van State dat decreet, en onmiddellijk daarna ondertekende president Recep Tayyip Erdoğan de order om de Hagia Sophia na 86 jaar opnieuw als moskee in te stellen.

Het zijn vooral de oppositiepartijen CHP en İYİ die verontwaardigd zijn over de preek van Erbaş.

CHP-fractieleider Özgür Özel hoopt dat Erbaş later verantwoordelijk zal worden gesteld voor zijn ongepaste uitspraken. “Degenen die er een gewoonte van maakten de stichters van onze republiek te beledigen, beschermen nu degenen die beledigd hebben.

Meneer Erbaş, u zult moeten betalen omdat u Atatürk vervloekt heeft.”

Andere CHP-parlementsleden

Daar zijn andere CHP-parlementsleden het mee eens. Engin Altay wil dat Erbaş zijn excuses aanbiedt, en Levent Gök roept om zijn ontslag.

Gürsel Tekin meent dat het volk en de geschiedenis het hoofd van Diyanet nooit zullen vergeven. “Atatürk en de andere nationale helden hebben voorkomen dat de Hagia Sophia in handen van de bezetters terecht kwam. Deze uitspraken tonen aan dat Erbaş mentale problemen heeft. Geen enkele openbare figuur mag Atatürk beledigen”, tweette Tekin.

Vanuit de partij İYİ kwamen er reacties van fractieleider Lütfü Türkkan en parlementslid Aytun Çıray. Türkkan verwacht dat de uitspraken van Erbaş politieke en juridische gevolgen zullen hebben, en Çıray overweegt om klacht in te dienen.

Ook de Turkse balies roepen Erbaş op om af te treden. “Mustafa Kemal Atatürk heeft vrije burgers gemaakt van het Turkse volk. In een land dat werd beschouwd als eigendom van de sultans, was dit revolutionair. Met deze uitspraak voert het hoofd van Diyanet zijn geheime agenda uit, en dat is onaanvaardbaar, te meer omdat hij Atatürk zou moeten bedanken voor de positie die hij nu bekleedt. Wij verwachten dat hij onmiddellijk zijn excuses aanbiedt aan het volk, en daarna aftreedt”, aldus een verklaring.

Ömer Çelik, woordvoerder van de regerende AKP, probeerde via Twitter de kritiek wat de counteren. “De Turkse republiek is een democratische, seculiere en sociale rechtsstaat. Deze eigenschappen maken van de republiek ons gemeenschappelijk bezit”, tweette hij op 27 juli.

“Het is fout om polarisatie te creëren over ons politiek systeem. De republiek en al haar waarden zijn ons zeer dierbaar. We denken alleen met respect aan Atatürk en de andere helden uit de onafhankelijkheidsoorlog.”

Ondertussen heeft Erbaş gezegd dat het niet zijn bedoeling was om kwaad te spreken over Atatürk. “Atatürk stierf 82 jaar geleden, en voor overledenen bidt je. Die vervloek je niet.

Bovendien is het niet zeker of Atatürk wel betrokken was bij de beslissing om de Hagia Sophia tot museum om te vormen. Voor mij als hoofd van Diyanet is het volledig normaal om dergelijke uitspraken in een moskee te doen, maar het getuigt van weinig goede bedoelingen om over die uitspraken te discussiëren”, verklaarde hij aan een regeringsgezinde columnist. Ondanks zijn verdediging werd het deel van de preek met de bewuste uitsprak op 27 juli verwijderd van de website van Diyanet.

K.L.

(Bron: Hürriyet)