Het Brusselse hof van beroep oordeelde in een zaak tegen leden van de terroristische PKK dat ze niet voor terrorisme vervolgd kunnen worden. Het bevestigt daarmee twee eerdere uitspraken over de organisatie, die door Turkije en de Europese Unie wel als terroristisch wordt beschouwd.
Het hof van beroep behandelt in België het hoger beroep tegen vonnissen van de rechtbank van eerste aanleg en de ondernemingsrechtbank. Een uitspraak van het hof van beroep wordt arrest genoemd. De rechters worden raadsheren genoemd. Er zijn in België vijf hoven van beroep, die elk een eigen (territoriaal) rechtsgebied hebben: Antwerpen, Bergen, Brussel, Gent en Luik.
De kamer van inbeschuldigingstelling van het Brusselse hof van beroep heeft vrijdag een dertigtal fysieke personen en één vennootschap buiten vervolging gesteld voor deelname aan de activiteiten van de PKK, of wegens het uitoefenen van een leidinggevende functie binnen de organisatie. De leden werden onder meer beschuldigd van betrokkenheid bij ontvoering van toeristen in het Midden-Oosten, de verspreiding van terroristische propaganda en de financiering van terrorisme.
Het openbaar ministerie had de PKK als een terroristische organisatie aangewezen, maar die kwalificatie volgde het hof niet. Het haalt aan dat het Belgisch strafrecht inzake terrorisme niet van toepassing is voor strijdkrachten in een gewapend conflict en ziet de strijd tussen de terroristische PKK en de Turkse staat als zo’n conflict.
De diplomatieke relaties
De uitspraak zal de diplomatieke relaties tussen Turkije en België geen deugd doen.
Eerder noemde de Turkse president Erdoğan België nog ‘een belangrijk centrum voor de terroristische PKK en de Gülen-sekte’.
De voormalige minister van Buitenlandse Zaken, Mevlüt Cavusoglu, beschuldigde België ervan steun te geven aan ‘terreurorganisaties die de veiligheid en belangen van Turken viseren’. De PKK staat ook op de Europese lijst van terreurorganisaties.