Meral Akşener, een verstoten dissident en voormalig kandidaat voor het leiderschap van de Partij van de Nationalistische Beweging (MHP), heeft gezegd dat ze haar kandidatuur niet langer overweegt. Dat meldt de nieuwswebsite Habererk.
Akşener werd door de langstzittende leider van de partij, Devlet Bahçeli, uit de MHP gezet, nadat zij zich openlijk had uitgesproken tegen het beleid van MHP-leider Bahçeli.
Er waren berichten dat Akşener samen met een aantal andere MHP-dissidenten overwoog om in de komende maanden een nieuwe politieke partij op te richten, maar op 3 juli ontkende zij enige betrokkenheid bij de oprichting van een nieuwe partij.
MHP-dissident
“Hij [Sinan Oğan] kan zich kandidaat [voor het MHP-leiderschap] stellen in een congres, dat in oktober of november kan plaatsvinden. Ik respecteer dergelijke keuzes. Ik hoop dat hij succes heeft. Ik zou dan erg blij zijn”, zei Akşener, verwijzend naar Oğan, een andere MHP-dissident, zonder zijn naam te noemen.
“Ik heb dat hoofdstuk voor mezelf afgesloten”, zei Akşener toen haar werd gevraagd of ze haar kandidatuur voor het MHP-voorzitterschap zou voorstellen.
Verbannen uit de MHP
Oğan werd in maart uit de MHP verbannen vanwege ‘zijn handelen, op een manier die de eenheid van de partij ernstig zou schaden’, ‘ongedisciplineerd gedrag tegen de partijleider en de hiërarchie’, ‘betrokkenheid bij acties die partijactiviteiten zouden kunnen schaden en het aanmoedigen van anderen om hier ook aan deel te nemen’, en ‘misbruik van de rechten van partijleden en politici, om daarmee te partij schade te berokkenen’.
Bijzonder congres
Voormalige MHP-politici Akşener, Oğan, Koray Aydın en Ümit Özdağ riepen op tot een bijzonder congres en gingen vorig jaar voor het MHP-leiderschap, maar zagen hun poging gedwarsboomd worden door hun partij en het rechtssysteem, onder druk van de regerende Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AKP). Ze werden vervolgens allen uit de partij gezet.
Onder vuur
Bahçeli, die sinds 1997 het hoofd van de partij is, kwam onder vuur te liggen na de slechte resultaten van de partij bij de verkiezingen van 1 november 2015, waarbij het slechts 11 procent van de totale stemmen won – slechts één procent boven de kiesdrempel voor het parlement – en waarmee het slechts 40 zetels in het parlement kreeg.