Door de COVID-19-epidemie is het zelden zo stil geweest in de Turkse regio Cappadocië, die populair is bij toeristen. Vorig jaar mocht Cappadocië nog een recordaantal toeristen verwelkomen.

De regio Cappadocië staat, door zijn sprookjesachtige uitzichten en geografische schoonheid, op de UNESCO-Werelderfgoedlijst. Nu heeft de overvloed aan toeristen echter plaatsgemaakt voor lege ruimte.

Elk jaar bezoeken miljoenen toeristen Cappadocië voor de sprookjesachtige ‘schoorstenen’, valleien met interessante rotsformaties en historische kloosters die uitgehakt zijn in de rotsen, kortom: voor de natuurlijke, historische en culturele rijkdom.

In 2019 kreeg de regio een recordaantal van 3.834.134 toeristen over de vloer. Dit jaar echter blijft er van dat succes zo goed als niets over door de sluiting van de musea en de archeologische sites.

Yakup Dinler is voorzitter van de Hoteliersvereniging van Cappadocië (KAPTİD) en vice-voorzitter van de Turkse Federatie van Hoteliers (TUROFED). In een interview met het regeringsgezinde persagentschap Anadolu Agency zegt hij dat Cappadocië na de strijd tegen het coronavirus levendiger zal zijn dan ooit.

Elk jaar komen honderdduizenden toeristen van over de hele wereld naar Cappadocië en nemen deel aan uiteenlopende activiteiten, zegt Dinler. Vooral de ballonvluchten zijn in trek en daarnaast komen velen genieten van het natuurschoon.

Cappadocië

“We weten dat het natuurschoon van Cappadocië miljoenen jaren geleden is ontstaan, doordat uitbarstende vulkanen lava en as achterlieten en vervolgens door erosie van regen en wind. In Cappadocië hebben, doorheen de hele geschiedenis van de mensheid, vele beschavingen gewoond. De regio is uniek in de wereld. Momenteel is het er heel rustig, omdat de musea en ruïnes tijdelijk gesloten zijn. Van zodra het weer mogelijk wordt, komt er een drukke periode aan met veel bezoekers, geloof ik. Wij, als toeristische sector, zullen daarvoor de nodige en voldoende voorbereidingen treffen, in het kader van het certificatieprogramma van het ministerie van Cultuur en Toerisme.”

Bron: Hürriyet

S.V.R.