Een Britse rechtbank oordeelde op vrijdag dat de uitleveringszaak voor de drie personen die verdacht worden van banden met FETO (Gulenistische Terreurgroep), in november behandeld zal worden. Turkije houdt FETO verantwoordelijk voor de couppoging van 2016.
De rechtbank zal oordelen of de directeur van de voormalige Koza Holding, Hamdi Akin Ipek en twee andere beschuldigden Talip Buyuk, de zogenaamde Iraakse ‘imam’ van de groep, en Ali Celik, directeur van Bank Asya, uitgeleverd zullen worden aan Turkije. De rechtszaak zal behandeld worden op 28 november 2018.
Ipek werd aangehouden in maart nadat Turkije een uitleveringsverzoek voor hem had ingediend met betrekking tot de staatsgreep.
Een rechtbank nam zijn paspoort in beslag en legde hem een verbod op om Londen te verlaten maar hij werd op borgtocht vrijgelaten voor een som van 50.000 Britse pond. Die procedure wordt vaak toegepast in uitleveringszaken in het Verenigd Koninkrijk.
Op vrijdag werd een getuige, naar verluidt iemand van het Turkse gerecht, gehoord in de rechtbank. De getuige beantwoordde vragen van achter een gordijn, aangezien de rechtbank zijn anonimiteit had bevolen.
De advocaten van de beschuldigde dienden een verzoek in om alle borgvoorwaarden op te heffen maar dat verzoek werd verworpen door de rechtbank.
Twee verzwaarde levenslange gevangenisstraffen
Als hij wordt uitgeleverd, kan Ipek tot twee verzwaarde levenslange gevangenisstraffen veroordeeld worden. Hij wordt aangeklaagd voor een poging tot het omverwerpen van de Turkse overheid en het schenden van de grondwet.
Hij kan ook een gevangenisstraf van 132 jaar krijgen voor het oprichten van een gewapende terreurgroep, militaire en politieke spionage, valsheid in geschrifte en witwassen.
Ipek verliet Turkije voordat er beslag werd gelegd op zijn Koza Holding door een rechtbank in oktober 2015. Hij verloor de rechtszaken die hij had aangespannen voor Britse rechtbanken om zijn activa in Turkije terug te krijgen. Zijn broer Cafer Ipek en moeder Melek Ipek zijn een van de 45 beschuldigden in Turkije die momenteel aangeklaagd worden voor de banden met FETO van zijn zakenconglomeraat.
Studeerde economie
Akin Ipek studeerde economie in het Verenigd Koninkrijk en erfde een printzaak van zijn vader. In de jaren 2000 breidde hij zijn zakenimperium aanzienlijk uit – critici namen hem op de korrel voor zijn banden met FETO – en lanceerde hij zich ook in de mijnensector met een goudmijn in West-Turkije. Hij breidde vervolgens ook uit naar de mediasector met de krant Bugun. Daarna ging hij voort met zijn overnames in de mediasector met het tv-kanaal Kanalturk. Die kranten en tv-zenders werden bekend de spreekbuis van FETO te zijn voordat ze gesloten werden.
Bank Asya was een grote lener geassocieerd met de groep voordat het in 2015 overgedragen werd aan een staatsfonds dat activa van criminelen beheert. Een groot aantal verdachten in de onderzoeken naar FETO hadden rekeningen bij de bank en meerderen bekenden dat ze geld bij de bank hadden geplaatst om de terreurgroep te steunen.
Ankara beschuldigt FETO, naast het orkestreren van de coup, ook van een langdurende campagne om de staat omver te werpen door te infiltreren in Turkse overheidsinstellingen, voornamelijk het leger, de politie en het gerecht.
251 mensen werden gedood en duizenden werden verwond in de verslagen coup van 15 juli 2016.