Toen de kandidaat-burgemeester in Istanbul van de verkiezingsalliantie onder leiding van de AKP, Binali Yildirim, op 26 maart zei: “We moeten meer belastingen in Istanbul innen”, raakte die verklaring een gevoelige snaar bij het publiek. Men probeerde meteen de verklaring van het internet te verwijderen om zijn kandidatuur voor de gemeenteraadsverkiezingen van 31 maart niet te schaden.

Foto: Ekrem İmamoğlu (CHP) en Binali Yildirim (AKP)

Maar Yildirim had gelijk; de gemeente staat op de rand van het faillissement. Het is van cruciaal belang in te zien hoe groot de financiële problemen zijn waarmee de stad wordt geconfronteerd om te begrijpen waarom de Turkse president Recep Tayyip Erdogan en de AKP zo terughoudend zijn om de resultaten van de verkiezingen in Istanbul te accepteren. In Istanbul is Yildirim met een marge van zo’n 15.000 stemmen achteropgeraakt.

Istanbul, een stad van 15 miljoen inwoners, heeft een budget voor 2019 van 23,8 miljard lira (meer dan 4 miljard dollar); dit is een stijging van 18,4% ten opzichte van 2018. De gemeente heeft ook twee agentschappen die als partners werken: een directoraat dat verantwoordelijk is voor transportbeheer, bekend als IETT, en een andere voor water- en afvoerbeheer, bekend als ISKI. Als deze worden meegerekend, bedraagt het totale budget bijna 35 miljard lira (meer dan 6 miljard dollar).

De gemeente heeft ook 28 officiële bedrijven onder haar paraplu die zich bezighouden met domeinen zoals de stadsparken, parkeerplaatsen, stadsplanning of aardgasdistributie voor consumenten. Uit het toezichtverslag dat in 2018 bij het parlement is ingediend, blijkt dat de gemeente (al haar bedrijven en partners samen) een schuldenlast heeft van 22 miljard lira (meer dan 4 miljard dollar).

Tarik Balyali

Al-Monitor sprak met Tarik Balyali, een lid van de gemeenteraad voor de belangrijkste oppositiepartij (Republikeinse Volkspartij), die deel uitmaakte van een commissie die het rapport schreef, en drie huidige en voormalige werknemers van de gemeente om te begrijpen waarom de gemeente financiële moeilijkheden ondervindt. Balyali schreef ook zijn eigen analyse van de situatie.

Vier belangrijke redenen

Het lijkt erop dat er vier belangrijke redenen zijn voor de financiële wanorde van de gemeente.

Balyali zei dat er, gezien de kolossale structuur van de gemeente, veel te weinig personeel betrokken is bij het toezicht. De meeste problemen zijn niet nieuw. Erdogan werd in 1994 tot burgemeester van Istanbul gekozen. Alle burgemeesters zijn sindsdien voortgekomen uit zijn politieke beweging, hoewel dat zal veranderen als Yildirim inderdaad de verkiezingen heeft verloren. Sinds 2002 is de AKP ook verantwoordelijk voor de centrale regering.

Recep Tayyip Erdogan in de jaren ’90 als burgemeester van Istanbul

Het financiële systeem van de gemeente Istanbul is geleidelijk aan geëvolueerd tot een zeer ingewikkeld apparaat. Het introduceerde een verwarrende methode voor aanbestedingen en een omnibuswet die het rapport van Balyali als een “omnibusaanbestedingsmethode” omschrijft. De gemeente heeft ook gebruik gemaakt van haar 28 officiële bedrijven om een groot deel van haar activiteiten uit te voeren. Echter heeft het toezichtcomité niet de bevoegdheid om deze bedrijven te inspecteren. Ze kunnen worden geïnspecteerd door het Turkse Rekenhof. Balyali zei dat slechts een paar bedrijven elk jaar worden geïnspecteerd.

Zo is de eerste reden voor de financiële wanorde het gebrek aan uitvoerige toezicht. Zelfs met het beperkte toezichtvermogen hebben de oppositiepartijen verscheidene aanbevelingen en waarschuwingen geformuleerd over het inefficiënte beheer en de roekeloze uitgaven. Toch is er geen werkend mechanisme om verandering af te dwingen of degenen die tegen het algemeen belang in handelen te vervolgen.

Tweede reden

De tweede reden is de manier waarop de gemeente de aanbestedingen heeft afgehandeld. Net als bij omnibusaanbestedingen is er in de aanbestedingen van de gemeente sprake van een nogal vaag taalgebruik. Bijvoorbeeld, “Groot Istanbul” of “Anatolische kant van de stad” zijn veelgebruikte termen die zonder bijzonderheden worden gebruikt. Ook termen als “reparatie en onderhoud van dienstgebouwen” zijn te ruim. Balyali heeft benadrukt dat dezelfde bedrijven herhaaldelijk de aanbestedingen winnen.

Er zijn verschillende voorbeelden in het rapport van Balyali, waar de gemeente goederen en diensten ontvangt tegen veel hogere tarieven dan de marktprijzen. Is dit eenvoudig wanbeheer of vriendjespolitiek, waarbij een aanzienlijke hoeveelheid geld uit de stadskas wordt gehaald en in de begroting slim wordt vermomd?

De concurrentie voor de aanbestedingen is vrij beperkt en de offertes zijn vrij hoog. In 2018 werd bijna 12% van alle stadsaanbestedingen geïnitieerd met een noodclausule. Deze clausule is bedoeld in geval van een natuurlijke noodsituatie zodat de stad onmiddellijk diensten kan ontvangen. In een noodsituatie kunnen eerlijke mededingingsregels vaak worden genegeerd.

Voor sommige projecten is er maar één inschrijver geweest. Als we kijken naar de redenen zien we dat de gemeente voor elke aanbesteding specifieke voorwaarden stelt die bijna op maat gemaakt zijn voor die winnaar. Geen enkel ander bedrijf kan aan deze specifieke speciale voorwaarden voldoen om deel te nemen aan de wedstrijd. Deze voorwaarden zijn legaal. Ze leiden herhaaldelijk tot dezelfde conclusie: er is een uitbanning van de concurrentie.

In het inspectierapport werden meerdere offertes gevonden die aan officiële gemeentebedrijven werden toegekend. Deze bedrijven besteden het project vervolgens tegen veel lagere prijzen uit aan verschillende andere bedrijven. Wat er met het verschil gebeurt, is niet duidelijk. Maar als diensten tegen veel lagere prijzen kunnen worden verkregen, waarom blijft de gemeente dan meer betalen?

Derde reden

De derde reden is eenvoudigweg slecht beheer dat het algemeen belang schaadt. Zo heeft de vervoerspartner van de gemeente, IETT, ermee ingestemd om honderden bussen te verhuren aan een ander vervoersbedrijf. Dat zijn geen extra voertuigen, maar bussen die de stad moeten bedienen. Het transportbedrijf moet de chauffeurs en het gas leveren. Interessant is dat als er een ongeluk gebeurt waarbij minder dan 100.000 lira ($19.000) moet worden gerepareerd, de IETT verantwoordelijk is voor die kosten. Alle inkomsten uit het bedienen van de stad worden overgelaten aan het transportbedrijf. Balyali heeft gevraagd waarom de stad haar voertuigen verhuurt in plaats van zelf te rijden.

Eigendommen onder de marktwaarde

Ook is de gemeente in 2018, vanwege een liquiditeitscrisis door de hoge schuldgraad, begonnen met de verkoop van openbare grond. De grond is vrij waardevol in Istanbul en het rapport vraagt zich af waarom er eigendommen onder de marktwaarde werden verkocht.

Laatste reden

De laatste reden is het roekeloos uitgeven van geld. Een goed voorbeeld hiervan is de bijna 848 miljoen lira (155 miljoen dollar) die de gemeente in 2018 en daarvoor heeft gedoneerd aan particuliere scholen, studentenhuisvesting en slaapzalen. Deze donaties worden voornamelijk toegekend aan religieuze fondsen en dit is ook legaal. Het probleem is dat de meeste ontvangers nauwe banden hebben met de familie van Erdogan. De grootste ontvanger is de Turkse Jongeren Stichting (TUGVA) met 74,3 miljoen lira ($14 miljoen). Bilal Erdogan, de jongste zoon van Erdogan, maakt deel uit van de hoge adviesraad van TUGVA.

De gemeente is aan het financiële toezicht ontsnapt omdat de regels en voorschriften van het stadsbestuur in Turkije veelvuldig zijn veranderd. Dit neemt echter niet weg dat de exponentieel groeiende schuldenlast blijft toenemen. Slecht bestuur, ongeacht de steeds veranderende wetten, moet onder de loep worden genomen.

“Ze zullen niet eens in staat zijn om de salarissen van hun werknemers te betalen”

Voor de verkiezingen maakte Erdogan duidelijk dat zelfs als de oppositie een gemeente zou winnen, ze niet in staat zou zijn om te regeren. “Ze zullen niet eens in staat zijn om de salarissen van hun werknemers te betalen,” zei Erdogan. Aangezien Turkije is overgegaan tot een almachtig presidentieel systeem, hebben de lokale overheden minder controle over hun eigen financiën en middelen. Als zij van overheidsbanken zouden willen lenen, zouden zij de goedkeuring van Erdogan nodig hebben.

In een notendop heeft Erdogan voldoende wettelijke bevoegdheid om burgemeestersfuncties in symbolische posten te veranderen. Waarom is hij dan zo aarzelend om de overwinningen van de oppositie in Istanbul en andere steden te erkennen? Het lijkt erop dat zelfs als Erdogan de uitvoerende macht van de burgemeesters kan beperken, het nog steeds moeilijk zou zijn om de lokale besturen vanuit Ankara te beheren. Daarom heeft Erdogan herhaaldelijk gezegd: “Als we Istanbul verliezen, verliezen we Turkije.”

Pinar Tremblay is columnist voor Al-Monitor’s Turkey Pulse en onderzoeker politieke wetenschappen aan de California State Polytechnic University, Pomona. Zij is columniste voor de Turkse nieuwszender T24. Haar artikelen verschenen in Time, New America, Hurriyet Daily News, Star en Salom. 

Al-Monitor

T.A.