Federica Mogherini, hoofd buitenlands beleid van de EU, heeft vrijdag gezegd dat de schrapping van de terreurorganisatie PKK van de EU-terreurlijst niet op de agenda staat.
“De PKK staat op de terreurlijst van de EU en dit is geen betwistbare kwestie,” zei ze in een gezamenlijke persconferentie met Turks Minister van Buitenlandse Zaken Mevlüt Çavuşoğlu.
In het jaarverslag van het Europees Parlement over Turkije staat dat het “de hervatting van het geweld door de PKK, die sinds 2002 op de EU-lijst van terroristische organisaties staat, opnieuw krachtig veroordeelt”.
De leden van het Europees Parlement Takis Hadjigeorgiou, Marie-Christine Vergiat, Miguel Urban Crespo, Martina Michels, Kostas Chrysogonos, Barbara Spinelli, Nikolaos Chountis, Helmut Scholz en Sofia Sakorafa eisten echter een amendement op het verslag, waarin het Europees Parlement werd verzocht om de PKK van de lijst met terroristische organisaties te schrappen. Dit wijzigingsverzoek werd door een meerderheid van de leden van het Europees Parlement afgewezen.
In haar 30-jarige terroristische campagne tegen Turkije heeft de PKK zo’n 40.000 mensen het leven gekost, waaronder vrouwen en kinderen. De YPG is de Syrische vertakking ervan.
Mogherini zei dat de samenwerking tussen Turkije en de EU niet alleen voor de vluchtelingenkwestie van vitaal belang is, maar ook voor een politieke oplossing in Syrië. Ankara en Brussel ondertekenden in 2016 een overeenkomst om een oplossing te vinden voor de toestroom van vluchtelingen naar de Unie.
De overeenkomst bepaalt dat de EU 6 miljard euro aan financiële steun zou voorzien voor Turkije die de vluchtelingenstroom naar Europa tegenhoudt. De overeenkomst voorziet ook in een versnelling van de onderhandelingen over de toetreding van Turkije tot de EU en in het visumvrij reizen voor zijn burgers.
De EU had haar eerste schijf van 3 miljard euro voor 2016-2017 volledig betaald en beloofde de tweede schijf voor 2018-2019 tegen het einde van dit jaar te betalen.
Hoewel Turkije een grote verantwoordelijkheid op dit gebied op zich heeft genomen, heeft de EU haar verplichtingen uit de overeenkomst niet nageleefd. De EU heeft de invoering van het visumvrij reizen voor Turkse burgers twee jaar uitgesteld sinds de inwerkingtreding van de overeenkomst. Ondertussen heeft het Europees Parlement woensdag gestemd voor het opschorten van het toetredingsproces van Turkije.
De laatste zogenaamde associatieraad tussen Turkije en de EU vond plaats in mei 2015. De formule werd in 1963 in het leven geroepen om de banden aan te halen. Turkije is al bijna 20 jaar kandidaat voor het EU-lidmaatschap.
“We hebben onze grote bezorgdheid geuit over de situatie van de rechtsstaat en de mensenrechten in Turkije”, aldus Mogherini.
“Wij zijn ons zeer goed bewust van de littekens van de poging tot staatsgreep in Turkije in 2016 en wij erkennen de …. zeer ernstige veiligheidsproblemen die Turkije heeft”, zei ze.
“Maar we zien ook dat de noodtoestand nu achter ons ligt en we hopen dat alle maatregelen in dit verband spoedig tot het verleden zullen behoren,” vertelde de topdiplomaat van de EU aan journalisten.
Mogherini benadrukte onder andere de strafrechtelijke vervolging van mensen die hun recht op vrijheid van meningsuiting en detentie uitoefenen op basis van onvoldoende bewijs.
“De rechterlijke macht in Turkije is onafhankelijk”, aldus Çavuşoğlu, die de opmerkingen van Mogherini onaanvaardbaar vindt.
Turkije wil nog steeds lid worden van de EU volgens hem. Hij pleitte voor het organiseren van een nieuwe top tussen de EU en Turkije.