Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft op 4 april 32 verzoeken verworpen om een zaak te beginnen tegen de Turkse uitgaansverboden in 2015-2016 in het zuidoosten van het land tijdens veiligheidsoperaties tegen de PKK.
De regering had uitgaansverboden opgelegd in de zuidoostelijke districten Silopi, Cizre en Sur met de mededeling dat zij werden bezet door de PKK die een zelfbestuur had uitgeroepen en loopgraven had gegraven in die districten.
De PKK staat op de lijst van terroristische organisaties van Turkije, de Verenigde Staten en de Europese Unie.
Tijdens de operaties in het gebied verklaarden de veiligheidskrachten dat de avondklokken werden opgelegd om de veiligheid van de mensen te waarborgen en hun eigendommen te beschermen.
Een totaal van 34 beroepen ging naar het EHRM met de bewering dat Turkije de mensenrechten heeft geschonden tijdens de uitgaansverboden.
Het hof besliste om hoofdzakelijk twee aanvragen te onderzoeken, maar wees ze op 29 januari als onontvankelijk af omdat ze niet voor Turkse rechtbanken waren gebracht.
Verwijzend naar zijn vorige beslissing verwierp de rechtbank alle overige 32 beroepen om de avondklok aan te vechten en oordeelde op 4 april dat ze niet ontvankelijk waren.