De stranden van het spookstadje Varosha (Mara) gaan weer open. Dat zei Ersin Tatar, premier van de Turkse republiek Noord-Cyprus (TRNC), tijdens een persconferentie in Ankara op 6 oktober.
Daar had Tatar een ontmoeting met Turks president Recep Tayyip Erdoğan, ter gelegenheid van de opening van een vernieuwde waterpijplijn tussen beide landen.
“Varosha wordt vanaf donderdag weer toegankelijk. Voor ons is dat een kwestie die de politiek overstijgt”, aldus de premier, die bijval kreeg van Erdoğan. Buitenlandchef Josep Borrell heeft laten weten ‘bezorgd te zijn’ om de heropening van het spookstadje.
“Varosha hoort zonder twijfel bij de TRNC. Wij steunen de TRNC om het strand toegankelijk te maken voor Cyprioten”, zegt Erdoğan.
Het eiland Cyprus kreeg te maken met etnisch geweld en terrorisme tegen de Turkse minderheid nadat in 1963 de grondwet eenzijdig gewijzigd werd. Daardoor werden etnische Turken gedwongen om in afgesloten gemeenschappen te wonen en verloren ze hun politieke rechten.
Na een grieksgezinde staatsgreep in 1974 moest het Turkse leger interveniëren om de etnische Turken te beschermen. Tot dat moment was Varosha een populaire toeristische bestemming.
Er waren een honderdtal hotels met een totale capaciteit van 10.000 bedden. Het stadje werd afgesloten, en wordt sinds 1984 beschermd door een resolutie van de VN Veiligheidsraad waarin bepaald werd dat alleen de oorspronkelijke inwoners in Varosha mogen wonen.
In 2004 probeerde de VN het eiland weer onder 1 regering te brengen met het Annan-plan, maar de Grieks-Cypriotische burgers stemden tegen, terwijl de Turks-Cyprioten voor stemden. Als het eiland toen verenigd werd, zouden er nu weer etnische Grieken in Varosha wonen.
Mocht er een akkoord komen tussen de beide republieken op het eiland, dan mogen de Grieks-Cyprioten gebruik maken van Turkse havens en luchthavens, en krijgen ze ook toegang tot Varosha. Turks-Cyprioten mogen dan handel drijven via Gazimağosa (Famagusta).