President Recep Tayyip Erdogan heeft westerse leiders aangemaand een keuze te maken tussen Turkije of terroristische organisaties, in een artikel dat hij schreef voor het Britse dagblad the Guardian.
In het artikel dat zaterdag op de eerste verjaardag van de poging tot staatsgreep van 15 juli gepubliceerd werd, schreef Erdogan dat er “geen manier is om dit verraad van de vriendschap met Turkije te verbloemen,” hij voegde eraan toe dat het onverenigbaar is met de bilaterale relaties en fundamentele waarden.
Vertrouwen Turkse volk terugwinnen
“Vandaag, hebben westerse leiders de keuze om hun solidariteit te tonen aan terroristen of het vertrouwen van het Turkse volk terug te winnen,” verklaarde hij. Hij haalde ook uit naar westerse leiders, omdat zij de ernst de gebeurtenissen op 15 juli niet inzien.
Hypocrisie en dubbele standaarden
“In plaats van solidariteit te tonen met mijn landgenoten, opteerden een aantal westerse overheden en instituties ervoor om te wachten en te kijken hoe de crisis zou uitdraaien,” zei Erdogan. “Hun hypocrisie en dubbele standaarden hebben het Turkse volk dat alles riskeerde om hun vrijheid te verdedigen zwaar teleurgesteld,” voegde hij toe.
Berechten Gülen
In zijn artikel, benadrukte de Turkse president het belang van het vervolgen van Fetullah Gülen en zijn aanhangers. Hij stelde ook dat er genoeg bewijzen zijn dat hij en zijn organisatie achter de gefaalde couppoging zaten. Het “is niet enkel belangrijk voor Turkije maar ook voor de democratie,” zei Erdogan.
FETÖ en Gülen schuldigen staatsgreep
“Ons doel is om criminelen met alle juridische middelen te vervolgen en tegelijkertijd de weerstand van ons land tegen toekomstige aanvallen te vergroten.”
Volgens de Turkse overheid, zat de Gülenistische Terroristische Groepering (FETÖ) en zijn in de V.S. verblijvende leider Fetullah Gülen achter de gefaalde poging tot staatsgreep van 15 juli 2016.
Deze leidde tot de dood van 250 mensen en verwondde ongeveer 2.200 anderen.
FETÖ wordt ervan beschuldigd achter een langlopende campagne te zitten om de overheid omver te werpen door te infiltreren in Turkse instellingen, voornamelijk het leger, de politie en de rechterlijke macht.
