In de komende dagen zal het stadscentrum van Afrin spoedig worden omsingeld, zal de steun aan de stad en de regio van buitenaf worden stopgezet en zullen de People’s Protection Units (YPG), gebonden aan de terroristische groep PKK, niet langer de mogelijkheid hebben om te onderhandelen, dit zei President Recep Tayyip Erdoğan dinsdag. Dat schrijft de Turkse krant Sabah.
De opmerkingen van Erdoğan, tijdens de parlementaire groepsvergadering van de regerende (AK-partij) in Ankara, kwamen een dag nadat het officiële Syrische Arabische Persagentschap (SANA) van het Assad-regime en pro-regimepers hadden gemeld dat regeringstroepen een deal hadden gesloten met de Syrische partner van de PKK, de YPG, die in Afrin gestationeerd moet worden.
Afrin werd in 2012 zonder ruzie overhandigd aan de terroristische groep.
Later op de dag waarschuwden Turkse ambtenaren het regime duidelijk om niet samen te werken met de YPG, dat zulke rapporten ontkende. President Recep Tayyip Erdoğan sprak ook met zijn Russische en Iraanse tegenhanger, Vladimir Poetin en Hassan Rouhani, over de beschuldigingen en de Turkse lopende operatie Olive Branch in Afrin.
Louter propaganda
Ondertussen verklaarden de woordvoerder van de regering en vice-premier Bekir Bozdağ na de kabinetsvergadering eind maandag dat deze rapporten onrealistisch zijn, en de presidentiële woordvoerder Ibrahim Kalın verklaarde de volgende dag dat dergelijke rapporten louter propaganda zijn.
Het regime stond echter al eerder toe dat een zogenaamd civiel (niet-militair) konvooi begin februari overstak van Manbij naar Afrin. Foto’s van het konvooi toonden aan dat naast burgers, ook talloze gewapende terroristen en door de VS gesteunde facties van de YPG-gedomineerde Syrische Democratische Krachten (SDF) zijn overgestoken naar Afrin.