Het openbaar ministerie heeft aan de Brugse correctionele rechtbank gevraagd om Fehriye Erdal (39) tot 30 jaar celstraf te veroordelen voor drie moorden in Istanboel in januari 1996. De militante van de extreem-linkse groepering DHKP-C werd bij verstek berecht.

Op 9 januari 1996 werden zakenman Özdemir Sabanci, zijn secretaresse en Haluk Gorgün, directeur-generaal van Toyota Turkije, in de gebouwen van de Sabanci Holding in Istanboel doodgeschoten. Op dat moment was Fehriye Erdal in het bedrijf aan de slag als koffiedame. Zij loodste de schutters Ismail Akkol en Mustafa Duyar het gebouw binnen. Mustafa Duyar gaf zich eind 1996 al aan bij de Turkse ambassade in Syrië. Hij bekende de feiten, maar werd in 1999 in een Turkse gevangenis vermoord. Ismail Akkol werd pas bijna 20 jaar later in Griekenland ingerekend. Zijn proces is momenteel nog aan de gang in Istanboel.images

Vlucht naar België

Na haar vlucht naar België werd Erdal in 1999 in Duinbergen opgepakt voor onder andere bendevorming en verboden wapenbezit. Ondanks toezicht van de Staatsveiligheid wist de verdachte in 2006 te ontkomen. Uiteindelijk kreeg Erdal twee jaar met uitstel voor inbreuken op de wapenwet. Ondertussen had Turkije al lang om haar uitlevering gevraagd voor de drievoudige moord. België ging daar niet op in, waarop de familie Sabanci in België, klacht met burgerlijke partijstelling indiende. Uiteindelijk oordeelde het Hof van Cassatie dat België inderdaad bevoegd was om de zaak te behandelen.

Executies

“Voor de familie Sabanci is het belangrijk dat er na 20 jaar, 10 maanden en 27 dagen eindelijk een beslissing komt”, aldus meester Luc Arnou. Demir Sabanci, die 1 euro symbolische schadevergoeding vraagt, zag op televisie in de luchthaven van Frankfurt het bericht over de moord op zijn vader. “We spreken hier over pure executies. Zijn vader is koelbloedig met vier kogels afgeschoten. Sabanci moest blijkbaar ‘gestraft’ worden. Maar wat hadden die secretaresse en die man van Toyota daarmee te maken.”

Op de plaats van de feiten werd een vlag van DHKP-C met het opschrift “wij rekenen af met moordenaars” aangetroffen. Bovendien hadden Akkol en Duyar bij de ingang van het gebouw hun eigen identiteitskaarten gebruikt. Fehriye Erdal zorgde dan dat ze binnen het gebouw tot op de 25ste verdieping geraakten. Daarvoor had ze zelfs haar badge geruild met die van een andere loopjongen in het bedrijf.

Mustafa Duyar gaf zich al op 22 december 1996 aan bij de Turkse ambassade in Syrië. Als spijtoptant vertelde hij het hele verhaal. “Hij is dan in 1999 gestorven tijdens een opstand in een Turkse gevangenis. Het is echt erg dat door de verdediging in de raadkamer nog beweerd werd dat de Sabanci’s daar achter zitten”, aldus meester Luc Arnou.

De rechtbank doet uitspraak op 2 januari.

hln.be