Vier redenen voor de renteverlaging in Turkije. Waar de rest van de wereld inflatie vreest en zich voorbereidt op een renteverhoging, ziet Ankara dat helemaal anders. Waarom wil Erdogan een lagere rente?
Duurdere grondstoffen en haperende productie voeden wereldwijd de angst voor inflatie. Dit is slecht nieuws voor opkomende economieën. Die vrezen dat buitenlandse investeerders zullen uitwijken naar de Verenigde Staten.
Om die reden verhoogden landen als Hongarije, Brazilië en Polen uit voorzorg hun rente al. Maar de Turkse centrale bank is een excentriekeling. Zij besloot juist de rente te verlagen.
Dit besluit leidde tot verbijsterde reacties van economen. Want terwijl de rente daalde naar 18 procent, liep de inflatie op tot 19,25 procent.
“De rest van de wereld heeft de aanwijzingen van de Fed goed geanalyseerd”, zei expert Selva Demiralp.
“Deze beslissing tot renteverlaging zal grote schade toebrengen aan de Turkse economie.”
Te snel gegroeid
Het besluit wordt alom gezien als het gevolg van politieke druk. De Turkse president Erdogan is een zelfverklaard „vijand” van hoge rente, die volgens hem leidt tot hoge inflatie.
Dit baart economen grote zorgen, want zij zijn overtuigd van het tegenovergestelde. En het probleem is dat de Turkse economie de afgelopen jaren te snel is gegroeid, dankzij de beschikbaarheid van goedkope leningen.
Er is volgens economen maar één oplossing: hogere rente. Maar pogingen van de centrale bank om de rente te verhogen, stuiten telkens op verzet van Erdogan. Eind maart ontsloeg hij de gouverneur van de bank nadat die de rente meer had verhoogd dan verwacht.
De nieuwe gouverneur gaf Erdogan wel zijn gewenste renteverlaging. Met als gevolg dat de lira een nieuw dieptepunt bereikte. Dit is een probleem voor Turkse banken en bedrijven, die gebukt gaan onder een schuldenberg in dollars en euro’s, aangegaan toen de lira veel sterker was. De munt is in vijf jaar tijd twee derde van zijn waarde kwijtgeraakt, waardoor het veel duurder is die schulden af te lossen.
Erdogans verzet tegen hoge rente vloeit voort uit zijn geloof en politieke achtergrond.
1. Islam
De meeste gangbare verklaring voor Erdogans weerstand tegen hoge rente is de islam. In de Koran wordt heffen van rente op schuld (woeker) genoemd, en dat is haram (verboden). Als vroom moslim en leider van een islamitische partij trekt Erdogan geregeld fel van leer tegen woeker. Dit doet het goed bij zijn religieuze achterban.
De islam speelt een steeds grotere rol in Erdogans beleid, ook wat betreft de economie. Zo heeft hij de ambitie om van Istanbul een centrum van islamitisch bankieren te maken. Niettemin bewaren Turken ruim de helft van hun spaargeld in dollars of goud, aangezien ze de lira niet vertrouwen.
2. Politieke achtergrond
Erdogan wijt de dramatische val van de lira vaak aan de ‘rentelobby’, een schimmig internationaal complot van bankiers, investeerders en speculanten, die erop uit zouden zijn de economische opmars van Turkije te stuiten en zijn bewind te ondermijnen.
3. Ervaring als simitverkoper
In zijn jeugd werkte Erdogan in Istanbul als straatverkoper van limonade en simit, een soort bagel met sesamzaad. Die ervaring lijkt bij te dragen aan zijn aversie tegen hoge rente. Want hij heeft van nabij meegemaakt hoe het midden- en kleinbedrijf werkt in Turkije. Zulke bedrijven lenen relatief veel geld om te zorgen dat ze hun kosten kunnen dekken.
Turkije telt 3,2 miljoen kleine en middelgrote bedrijven, die samen 107 miljard dollar (93 miljard euro) schuld hebben, ofwel een kwart van alle buitenlandse leningen.
Erdogan heeft belastingvoordelen beloofd voor 2 miljoen bedrijven met minder dan twintig werknemers, die bekendstaan als esnaf. Zij vormen de ruggengraat van de economie, maar ruim 120.000 ervan hebben vorig jaar faillissement aangevraagd. Bij andere staat het water aan de lippen.
De Turkse Unie van Kamers en Beurzen klaagde in de zomer dat de hoge rente „het grootste obstakel vormt voor productie en investeringen” en dat banken zich „verantwoordelijker” moeten opstellen.
Erdogan kan de ondernemersvereniging moeilijk negeren, met zijn 1,2 miljoen leden waaronder veel Anatolische Tijgers. Deze conservatieve zakenlieden uit Centraal- en Zuid-Turkije vormen een belangrijk deel van zijn achterban.
4. Economische groeimodel
Het economische groeimodel dat Erdogan in stand wil houden, bestaat bij de gratie van lage rente en goedkope leningen. Toen hij in 2002 aan de macht kwam, was Turkije de favoriete opkomende economie van buitenlandse investeerders.
In de eerste vijftien jaar van Erdogans bewind stroomde 525 miljard dollar aan buitenlands geld Turkije binnen. Dit wakkerde onstuimige groei aan, die miljoenen mensen uit de armoede hielp en een nieuwe elite creëerde.
Erdogans AKP voerde een uiterst liberaal economisch beleid, waarbij tientallen inefficiënte staatsbedrijven werden geprivatiseerd en staatsgrond werd verkocht. De bouw profiteerde er het meest van; de sector is uitgegroeid tot de motor van de economie.
Nu het tij keert en de geldkraan in het Westen dichtgaat, lijkt dit model niet vol te houden. Door de dramatische val van de lira is het voor Turkse bedrijven moeilijker geworden schulden af te lossen.
Erdogan lijkt zich meer zorgen te maken over de politieke peilingen. Daaruit blijkt de steun voor de AKP sinds 2018 is gedaald van 43 naar 33 procent. De MHP, zijn nationalistische bondgenoot, is ook afgegleden.
Bron: Nederlandse media