Ongeveer 3000 huishoudens in de omgeving van Schiphol krijgen compensatie voor geluidsoverlast, meldt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het gaat om een totaal bedrag van 5,5 miljoen euro.
Zo’n 3000 huishoudens in de omgeving van luchthaven Schiphol krijgen compensatie voor geluidsoverlast in een periode in 2017 tot 2019.
Dat zegt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in antwoord op vragen van de Nederlandse media.
In april maakte het ministerie bekend mensen te gaan compenseren. Het gaat om adressen waar de geluidsnormen in die periode zijn overschreden.
De afgelopen jaren was de geluidsoverlast daar hoger dan officieel is toegestaan, maar er werd niet ingegrepen. Dat deed de Inspectie Leefomgeving en Transport niet, omdat er nieuwe regels aankwamen met hogere geluidsnormen.
Omwonenden stapten in 2020 naar de rechter. Een onafhankelijke commissie oordeelde uiteindelijk dat omwonenden recht hadden op compensatie.
In april ging het ministerie er nog van uit dat het om zo’n 4600 adressen zou gaan. 1600 adressen hebben uiteindelijk geen aanvraag gedaan, zegt het ministerie.
Volgens Alfred Blokhuizen van Schiphol Watch komt dat doordat veel mensen de moeite niet willen nemen.
“Voor die paar tientjes. Of je verzoek wordt afgewezen. Het is een soort moeheid richting de overheid. Wat heeft het voor zin? Kijk naar de toeslagenaffaire. Dat leidt tot moeheid en wantrouwen.”
Blokhuizen noemt de compensatie een fooi. De meeste vergoedingen liggen volgens het ministerie tussen de 50 en 2200 euro.
“Maar dat is niet het maximum, ik weet ook van mensen die meer krijgen dan 2200”, zegt Jan Boomhouwer van Stichting Recht op Bescherming tegen Vliegtuighinder. Hij woont al 40 jaar in Aalsmeer.
Hij noemt de compensatie een kleine pleister op een grote wond. “Het maakt het niet beter voor ons als bewoners. De geluidsoverlast blijft onacceptabel zoals het nu is.”
Er zijn volgens het ministerie veel aanvragen gekomen van mensen die wonen buiten het gebied dat in aanmerking komt. Zo’n 2200 verzoeken zijn afgewezen.
Bron: Nederlandse media