In Centraal-Anatolië is er een museum gewijd aan Mevlana Rumi, de beroemde 13de-eeuwse Islamitische dichter en mysticus. Het is uitgegroeid tot het derde populairste museum van Turkije.
Het museum ligt in de stad Konya en kreeg vorig jaar meer dan 2,8 miljoen bezoekers uit binnen- en buitenland over de vloer. Daarmee is het het derde populairste museum, na het Hagia Sophia-museum en het Topkapi-paleis in Istanbul.
Volgens Abdussettar Yarar, gedeputeerde voor Cultuur en Toerisme in de provincie Konya, is het aantal bezoekers de voorbije zes maanden met 13% gestegen. De meeste bezoekers komen uit Iran, China, Taiwan, de VS en Zuid-Korea, zegt hij.
“We geven de bezoekers informatie over Mevlana Rumi. Door ons werk promoten we het historisch, toeristisch en cultureel erfgoed van onze stad, in het bijzonder Mevlana Rumi.”
Voormalig klooster en graftombe
Het museum ligt in het district Karatay, centraal gelegen in de provincie Konya. Dat gebied werd door Alaeddin Keykubad, een Seltsjoekse sultan, geschonken aan Bahaeddin Veled, de vader van de dichter.
Toen Rumi op 12 december 1273 overleed, werd hij begraven naast zijn vader. Dat moment wordt Şeb-i-Arus genoemd, de ‘huwelijksnacht’, zijn hereniging met God. Later werd er op dezelfde plaats een graftombe voor hem gebouwd, die de Groene Koepel wordt genoemd.
Het derwisjenklooster en de tombe openden de deuren in 1926. Sinds 1954 is het een museum.