Na het Azerbeidzjaans-Armeens vredesakkoord trekken Armeniërs zich terug uit overgedragen gebieden. Maar niet voor ze eigendommen in brand hebben gestoken.
“De Turken zullen hier morgen al zijn. De Azeri’s. Laat ze stikken. Laat ze hier maar leven, als ze kunnen. Ze zullen hun eigen huizen vanaf nul moeten bouwen.”
Arsen, een 35-jarige etnische Armeniër, legde zaterdag aan de media uit waarom hij net zijn huis, en dat van zijn zus, in brand had gestoken.
De boze Armeniër woont al jaren in Kelbecer, een district in Azerbeidzjan dat sinds 1994 illegaal werd gecontroleerd door Armeniërs. Maar nu, na zes weken strijd tussen de twee, opnieuw overgedragen aan de rechtmatige eigenaar.
Behalve huizen gingen ook andere openbare gebouwen in vlammen op. Alles wat enigszins bruikbaar is, werd in alle haast op vrachtwagens geladen. Bewoners vertelden buitenlandse media hoe ze zelfs de overblijfselen van overledenen hadden opgegraven.
Geen optie
Hoewel het akkoord niet eist dat de Armeniërs moeten verhuizen, is blijven geen optie, zegt Arsen. “Heb je ooit Armeniërs en Azeri samen zien leven?”
“Het zijn vijanden, door de eeuwen heen zijn het altijd vijanden geweest”, zei Garo Dadevusyan, een vluchtende Armeniër.
Ondertussen heeft het akkoord met de Azeri’s Armenië ook in een diepe politieke crisis gestort. Nadat het parlement in de Armeense hoofdstad eerder was bestormd, werd de afgelopen dagen een moordaanslag op premier Nikol Pasjinian voorkomen, aldus de Armeense media.
Onder meer oppositieleider Artur Vanetsyan werd aangehouden. Hij wordt beschuldigd van samenzweren tegen de Armeense premier.