De CIA heeft ongewenste regeringen over de hele wereld omvergeworpen met staatsgrepen en vervangen met militaire junta’s of marionettenregeringen. Recentelijk stelt het Turks volk de vermeende rol van de CIA in de mislukte couppoging in Turkije in vraag.
“Oh, dit was absoluut niet professioneel gedaan. Ik ben al eerder betrokken geweest in staatsgrepen”, zei Robert Baer, voormalig hoofd van de CIA, tegen CNN op de nacht van mislukte staatsgreep in Turkije. “Ze hadden CNN Turk moeten innemen en uit de lucht halen; de radiozender, sociale media en het internet. Zelfs als ze president Erdogan niet gearresteerd zouden hebben, hadden ze dat allemaal in het begin moeten afhandelen”, voegde hij eraan toe.
Of men Baers commentaar over zijn betrokkenheid bij staatsgrepen nu als eerlijk, een blunder of geruststellend opvat, is het geen geheim dat de CIA vaak militaire staatsgrepen heeft geholpen in vele buitenlandse democratieën. De organisatie gaf al lang documenten vrij van het National Security Archive; meestal op verjaardagen van staatsgrepen.
Staatsgreep Iran
Mohammed Mossadegh, de premier van Iran die de olie-industrie van het land nationaliseerde en buitenlandse bedrijfsvertegenwoordigers uit het land zette, was het eerste “gekende” slachtoffer van de CIA. Zijn verkozen regering werd in 1953 omvergeworpen door de organisatie. De coup werd gepleegd ten voordele van de heerschappij van Mohammed Reza Pahlavi, een Iraanse monarch die een belangrijke bondgenoot werd van de V.S. en Iran in een buffer veranderde tegen de Midden-Oosterse Sovjetexpansie. Op de 60ste verjaardag van de staatsgreep gaf de organisatie zelf documenten vrij die de betrokkenheid van de CIA in de coup onthulden. De documenten tonen aan dat de rol van de CIA niet beperkt bleef tot alleen het organiseren van de coup, maar ook degelijk actief betrokken was bij elke fase van het proces, waaronder pro-couppropaganda en omkoping van politici en hoge militairen.
Gesteunde junta in Brazilië
Na de jaren 60 stapte de CIA in de achtertuin van de V.S. en begon het politieke landschap van Latijns-Amerika meer agressief te vormen. In 1964 werd de democratisch verkozen linkse regering van de Braziliaanse president Joao Goulart omvergeworpen door een CIA-gesteunde militaire coup en vervangen door een junta geleid door generaal Castelo Branco, die de eerste doodseskaders van Latijns-Amerika oprichtte. Volgens de documenten spoorde Amerikaanse president Lyndon Johnson aan om “elke mogelijke stap te nemen” om de omverwerping van de regering van Goulart te steunen. Door de invloed van deze geheime inlichtingendiensten zag het land een van de bloeddorstigste tijdperken in de geschiedenis de komende 2 decennia waar doodseskaders vermeende “communisten” terroriseerden die eigenlijk slechts tegenstanders waren van Branco.
Banden van Gulen met CIA-figuren
De rol van de organisatie bij wereldwijde regeringsveranderingen werd ook officieel bewezen met documenten uit andere landen, waaronder de Dominicaanse Republiek, Congo en Zuid-Vietnam. Hoewel de rol van de CIA in 7 gevallen werd bewezen, gelooft men dat de organisatie ook in veel andere incidenten betrokken was. De mislukte militaire couppoging van 15 juli in Turkije en de betrokkenheid van de CIA worden ook in vraag gesteld door het Turks volk. Men werd vooral achterdochtig vanwege de vroegere banden van Fethullah Gulen met militaire staatsgrepen en prominente CIA-figuren. Twee voormalige CIA-officieren, Graham Fuller en George Fidas, waren enkele van de persoonlijke referenties op de Green Card-applicatie van de prediker in 2007. De leider van de terreursekte die achter de mislukte couppoging zat en momenteel in zelf opgelegde ballingschap leeft in Pennsylvania, is een ander voorbeele van CIA-betrokkenheid. Hoewel Amerika aandringt op ‘bijzonder’ bewijs om de betrokkenheid van Gulen aan te tonen in de couppoging om hem uit te leveren, waren veel bewijzen onthullend over zijn betrokkenheid.
Onthullende bewijzen Gulen
Volgens gelekte videobeelden van zijn dienaren in de jaren 80, gaf hij instructies aan zijn volgers om de Turkse staatsinstellingen langzaam te infiltreren om het systeem volledig onder controle te krijgen. Veel aangehouden militairen hebben bekend dat ze banden hadden met de Gulenistische Terreursekte.
Toen de rebellerende soldaten bevelhebber van het leger, Hulusi Akar, gegijzeld hielden, zeiden ze tegen hem dat ze hem zouden dwingen te spreken met Fethullah Gulen, die ze ‘onze leider’ noemden. Luitenant-kolonel Levent Turkkan, de rechterhand van bevelhebber Hulusi Akar, bekende ook lid te zijn van de Gulensekte. Hij zei dat Gulenisten hem de antwoorden gaven op de ingangsexamens van de militaire school in 1989.
Er waren ook tweets van prominente Gulenisten die verre van toeval zijn. Een van hun, Tunay Opcin, stuurde een tweet dat president Erdogan als doelwit had op 14 juli, een dag voor de couppoging. “Ze zullen hun overvallen in hun bedden en hun ophangen bij zonsopgang”, stond er in de tweet te lezen. Een andere prominente Gulenist, Emre Uslu, tweette in september dat hij zijn tickets zou kopen en terugkeren naar Turkije in juli 2016. Dit zijn maar een paar voorbeelden van de zogenaamde toevalligheden van de sekte. In het licht van alle bovengenoemde voorbeelden, lijken de Turken meer dan genoeg ‘geloofwaardig’ bewijs te hebben inzake de betrokkenheid van Gulen bij de couppoging. In de ogen van het Turks volk zal de beslissing van Amerika met betrekking tot Gulen, een beslissende factor zijn inzake de betrokkenheid van de CIA in de couppoging.
Sabah